op de Voorstraat
De telefonische afspraak stond vast. Ik had zomaar aangebeld op de Voorstraat. Daar waar je de etalages in kan kijken, de ruit deels beplakt met plastic en daarnaast de gordijnen soms dicht. ‘Tuurlijk, geen punt een telefonisch interview’, beloofde kamerbewoner Tom Monster gul. Toen ik op de afgesproken tijd belde, riep hij de huisgenoten erbij. Daar zaten wij met zijn vijven via een mobieltje verbonden. Corona.
Tom, Claire, Wouter en Charlie wonen via particuliere verhuur op kamers. Drie kamers aan de voorkant van het pand waarvan twee in de etalages, en één half onder de grond in het souterrain. En er is een kamer aan de achterkant. Badkamer en keuken delen zij. Via de brandtrap daar kom je op een plat dak. Claire en Charlie voelen zich thuis bij Veritas. Wouter en Tom houden het bij Orca. Tom doet een premaster Geschiedenis van Politiek en Maatschappij. Op de Drift, vlakbij, heeft hij dit jaar maar één keer college gehad. Alles gaat online.
Claire is communicatiemanager bij Groene Bouwhekken, circulair bedrijf. Wouter studeert Technische bedrijfskunde aan de HU en doet een minor vastgoed. Charlie is 1 oktober begonnen aan een echte baan als PR- en communicatiemanager bij een productiebedrijf van tv-programma’s. ‘Het kantoor heb ik nog niet veel gezien.’
Pizzabakker als buurman
Voor corona kon je heerlijk stappen in de buurt en binnen twee minuten lag je in bed als je er geen zin meer in had. Claire roept: ‘Wij hebben een hele leuke pizzabakker als buurman. Wij maken vaak een praatje en halen er graag pizza. Vooral als hij korting geeft, haha.’ Van het ACU, de andere buur, hebben ze meer last dan plezier. ‘Niet de muziek, maar ’s nachts van rokende bezoekers voor onze ramen.’ Over de herinrichting, elkaar aanvullend: ‘Een bredere stoep’, ‘Dus van de zomer kunnen wij een bankje voor het huis neerzetten’. ‘De horeca heeft meer ruimte voor terras’, ‘Dat maakt de straat meer betrokken bij het centrum’. ‘Daardoor is het minder een doorgangsstraat.’ ‘En’, zegt Charlie ‘ik vond de Voorstraat geen prettige straat om door te fietsen, onhandig. Maar nu is het fijn!’
Klop op het raam
Muffin, de kat, zit soms voor het raam. Voorbijgangers spelen met hem en maken foto’s. ‘De inkijk als je in een etalage woont valt overdag mee. ’s Avonds heb je wel inkijk. Toen de straat nog niet verbreed was en mensen hun fiets uit het parkeerrek haalden, botsten ze ‘s nachts tegen ons raam. Dat is nu echt minder.’ Tom: ‘Aan de voorkant, bijna op straat wonen, heeft ook voordelen. Je hebt veel aanspraak. Vrienden die langskomen kloppen op het raam en dan maken wij een praatje.' Wouter hield er zelfs zijn vriendin aan over.
foto: Charlie Jans, kat Muffin, Claire Zandvliet, Tom Monster en Wouter Freeriks © Werry Crone