Twijnstraat
‘Mijn vader was kleermaker, maar dat was niks voor mij. Altijd maar achter die naai- machine. Soms moest ik laarzen naar de schoenmaker brengen, en dat vond ik wél mooi. Ging er zaterdags werken, zo ben ik erin gerold. Schoenen lappen wordt zo langzamerhand een oud ambacht, mijn leeftijdgenoten denken ‘vieze schoenen’, maar het is echt mooi werk’.
We staan in de prachtige nieuwe zaak, op Twijnstraat 18, van Ali Sarvari. Ambachtshuis staat er op het raam. ‘Met ons drieën doen we zo’n beetje alles. We verkopen en herstellen ook kleding en we slijpen sleutels. Met dit handwerk heb je gelukkig geen concurrentie van internet. We redden ons, maken ons geen zorgen. Alleen zouden Nederlanders minder sneakers moeten dragen, leren schoenen zijn toch veel stijlvoller!’
Papegaaiencontact
De grijze roodstaart Tuti interrumpeert ons af en toe vanuit zijn kooi. De papegaai blijkt een echte klantenbinder. Een buurtbewoonster komt regelmatig even binnenlopen met háár papegaai op haar schouder. Ze kennen elkaar, krauwen dat het een lust is.
‘Oorspronkelijk kom ik uit Afghanistan en zijn we met het gezin naar Mashad gevlucht. Maar in Iran konden we minder goed aarden, dus zijn we in 1993 naar Nederland doorgetrokken. Ik voel me hier voluit geaccepteerd. Als mens en als ondernemer. Ze vonden me nog wel jong, toen ik hier aan de overkant begon. Maar nu zien de winkeliers echt wel dat ik een moderne ondernemer ben. De Twijnstraat is supergezellig, er is echt sprake van sociale samenhang, van collegialiteit’.
Foto
Ali Sarvari: Nederlanders zouden minder sneakers moeten dragen © Michael Kooren