Agnietenstraat
Ondanks haar innige verbondenheid met de natuur leeft Anne Gadellaa midden in de vierde grote stad van Nederland. Met hond Rosa en twee katten woont zij op de Agnietenstraat.
Het huisje waarin zij woont, de oorspronkelijke Kameren Maria van Pallaes, dateert uit 1651. Tot in de jaren ’80 bestuurden regenten de kameren en wezen de huisjes toe aan katholieken en protestanten, evenwichtig verdeeld. Later worden alle gezindten toegelaten. Achter de meeste woningen ligt een vrij ruime tuin. Er is een beneden- en bovenverdieping en een zoldertje.
‘Het is bijna onwerkelijk. Ik leef hier in twee werelden in mijn hutje. De achterkant grenst aan de oude hortus (ingang bij het Universiteitsmuseum) en de voorkant van het huis grenst aan de reuring van de Binnenstad.’ Anne wijst mij erop hoe stil het hier eigenlijk is, ondanks dat er veel mensen door de straat fietsen en lopen nu de zon schijnt.
‘In mijn tuin komen soms zomaar bijzondere planten op. Er zijn veel padden en er zijn salamanders. Dan denk ik wat loopt daar nu weer over mijn vloer in de zomer en dan hupst er een grote pad mijn woonkamer in. Echt fantastisch, ik woon notabene midden in de stad.’
De bewoners rondom de oude hortus mogen vrij de museumtuin in. Als genereus gebaar voor de geluidsoverlast die de bewoners kunnen hebben van museumgasten die in de tuin verblijven. En een keer per jaar worden de buren allemaal uitgenodigd voor een borrel.
‘Dit huis is goed te verwarmen. En toch is het een huisje waar je de seizoenen in beleeft, met nog enkel glas. Ik heb dus af en toe nog echte ijsbloemen op de ramen.’
Hier wonen nu veel jonge mensen, dertigers. Mensen voelen zich over het algemeen betrokken bij elkaar. Als iemands vader is overleden of als er een kindje wordt geboren, dan leven de meesten uit de straat mee.
Anne woont hier nu sinds 2006. Al vroeg kwam ze op kamers wonen in de binnenstad; op de Herenstraat, later op de Groenestraat en het Jansveld. Toen ze een tijd in Oog in Al woonde wist ze via woningruil de weg weer terug te vinden naar het centrum. Ze kwam terecht op de Oranjehof in Wijk C. ‘Ik kwam er als import, het duurde heel lang voordat ik aansluiting kreeg maar na een jaar of drie kennen ze je. Het hofje was op zichzelf, er waren veel kinderen. In het begin vlogen de peren bij mij naar binnen en er werd veel kapot gemaakt.’ Maar Anne is opgeleid als jeugdhulpverlener en wist zich wel te handhaven.
‘Ik moet eerlijk zeggen, de eerste maanden toen ik hier op de Agnietenstraat woonde mistte ik de Wijk C-ers om mij heen. Die kunnen naar je schreeuwen, hebben het hart op de tong, dat is een manier van betrokkenheid. Hier is het allemaal wat keuriger.’
Nachtdier
Anne heeft onlangs een rijk geïllustreerd kinderboek gepubliceerd; Mus en Snorrie en de kip van de buren. Haar illustraties zijn geïnspireerd op haar reizen naar Lapland en de ontmoeting met de Sami.
Midden in de nacht dwaalt Anne soms met haar hond door de binnenstad en overdenkt dan de rol van de personages. Haar verhalen groeien verder terwijl ze schrijft.
Mus en Snorrie vertelt over een meisje uit Utrecht dat op reis gaat om een thuis voor het hondje te vinden dat ze in een vuilniszak heeft gevonden. Uiteindelijk komen ze bij de Sami terecht, een gediscrimineerd volk in het poolgebied in het Noorden van Europa en Rusland. Onderweg beleven ze heel wat avonturen. ‘Het zijn allemaal dieren met ongemakjes. De kip heeft een posttraumatische stressstoornis. De beer heeft last van nachtmerries.’ Er is een vos die een prachtige hemel tovert met noorderlicht tijdens donkere, koude nachten. Dat doet de vos met zijn nieuwe, van Mus gekregen, staart want hij is zijn eigen staart verloren. ‘Er moest van mij winter, sneeuw, een kip en een vos in het verhaal en ik wilde een rendier een beer. Ja, en dan moet je een reden verzinnen waarom dat kind uit Utrecht op reis gaat en in Lapland terecht komt.’
Haar geliefde Binnenstad speelt ook een rol. Het verhaal begint in de Catharijnesteeg, in een roze botsautootje. En zo eindigt de reis ook weer thuis, dicht bij de Dom.
Mus en Snorrie en de kip van de buren
Anne Gadellaa \ ISBN: 978-90-9035251-0
bestellen via annegadellaa@yahoo.com
foto: Luuk Huiskes