Navigatie menu
zoeken
Brieven uit de buurt, Stok aan Bloem
Brieven uit de buurt, Stok aan Bloem
 BRIEVEN UIT DE BUURT  Over ontmoetingen en belevenissen in de Binnenstad

Stok schrijft aan Bloem

 

Utrecht, 18 februari 2024

Lieve Bloem, 

Gisteravond ben ik bij toeval terechtgekomen in de wondere wereld van een geheim genootschap. Een vriendin heeft me onder valse voorwendselen meegenomen. We mochten naar binnen omdat we zeiden dat we kunstenaars waren, niet geheel gelogen natuurlijk, maar erg beeldend heb ik mij nooit gevoeld. 

Het was aan een lommerrijke gracht, hier in het oude centrum, in een werfkelder. Ik weet niet precies waar, ik was geblinddoekt. We strompelden een brede houten trap af naar de werf en werden door een grote zware deur geleid, alwaar we in een ondergronds kunstwerk terechtkwamen met allerlei mensen, zeer verschillend van pluimage, die ons vriendelijk welkom heetten. Ik was bang voor rituele praktijken waarbij ik, omringd door gemaskerde figuren in duistere gewaden, me de meest akelige lijfelijke vernederingen moest laten welgevallen.

Maar ik kreeg koffie.

We raakten in gesprek over Utrecht en de kunsten en hoe de stad al jaren probeert haar kunstenaars vast te houden door ze weg te jagen. Iemand zei, als de gemeente niet zo stom was geweest door de jaren heen, dan stond de Rietveld Academie nu in Utrecht, en Museum Boijmans Van Beuningen ook! Per slot waren de naamgevers allemaal gelieerd aan Utrecht. Maar het was klunzigheid troef blijkbaar. De stad heeft zich een boel door de vingers laten glippen, tot op de dag van vandaag.

Elk stukje van de werfkelder is bedekt met kunst, sterker nog, elk stukje werfkelder ís kunst. Met grote trots werd bij elk onderdeel de maker benoemd, de grootste Utrechtse kunstenaars hadden hun sporen nagelaten, in het diepste geheim. Mij werd op het hart gedrukt hier niets van naar buiten te brengen, want de schatten hier verborgen waren te waardevol, te teer, te weerloos, dit kleine paradijs diende koste wat het kost geheim te blijven. Ik heb plechtig beloofd alles voor me te houden. Bij deze. Ik zeg niets meer, om grotere scheuring te voorkomen, groter dan de de barsten in de kelder veroorzaakt door Amerikaanse Sherman tanks die in bevrijdingstijd over de grachten denderden, weinig rekening houdend met de soms al uit de 12de eeuw stammende gewelven. Dat oorlog tot scheuring kan leiden, dat zien we elke dag, maar ook vrede heeft blijkbaar de nodige barsten op haar geweten. Gelukkig blijft de kunst in het geheim voortbestaan, ondergronds woekerend, als mysterieuze bruggenbouwer, het ultieme verbindende principe. Zelfs in Utrecht. 

Liefs, 
Stok

 

Screenshot 2024-02-18 at 20.16.19

Utrecht, 2 december 2023

Lieve Bloem,

Een nieuw spektakel maakt zich meester van de stad. De toren doet langzaam zijn mantel af. Rillerig de winter in. Als een striptease met goddelijke proporties pelt de toren elke dag een laagje af. Grote opwinding is mijn deel. Ik weet dat jij nooit zo van de striptease bent geweest. Het idee alleen al. Deze toren is er een meester in. De kunst is het uitstellen, het schoorvoetende, het beetje bij beetje. Maar wat er nu al te zien is, die ornamenten, schoon en rond, het zachte zandsteen, oplichtend in de vale ochtendzon, zoet als zandgebak. Niet aankomen, dat is verboden, kijken doe je met je ogen. Laagje voor laagje, ik kan haast niet wachten tot morgen. Ik heb, geheel clandestien, een camera op een statief gezet om elke beweging vast te leggen. Hopelijk krijgen de ordediensten het niet in de gaten, er mag bij zulke evenementen natuurlijk niet gefotografeerd of gefilmd worden, dat spreekt vanzelf. Op het Domplein posteren nu elke ochtend grotere groepen dagjesmensen die bij het eerste gloren een glimp van een nieuw stukje toren proberen te zien. De Oeeh’s en Aaaah’s worden steeds luider. Meegebrachte spandoeken smeken om meer, laat je pinakels eens zien! en meer teksten van zulks bedenkelijke looi.

Soms stel ik me voor dat jij daar staat, met een joelende menigte om je heen, je hoog voornaam profiel brengt onder de mensen een siddering van wellust en ontzag teweeg, een enkele armbeweging, een blik mijn kant op en ik geef me al gewonnen.

Torentje, torentje, pel jezelf, show je mooiste welven, gooi alles uit, zet je lantaarn in het volle licht. Ik weet het, je doet nog zo je best, torentje, maar trek het je niet aan, mijn bloem, mijn bloem overtreft je mooiste vormen, je latei is geen partij. In een enkele wenk  over een schouder, haar handen een pennenstreek  en je hele geschiedenis vervaagt als een zandkasteel aan zee, daar helpt je geen vadertje tijd bij.

Liefs,

Stok

 

blogstoknajaar2023

Utrecht, 22 oktober 2023

Lieve Bloem,

Vanavond kwam ik rond 19 uur thuis van m’n werk en werd mijn aandacht getrokken naar het Domplein. In de verte zag ik mensen, politie, paarden, een podium. lichten. Er was duidelijk een demonstratie gaande. Ik hoorde zingen, in hoog tempo, ritmisch en met veel power, razend. Het klonk goed, het klonk eensgezind en krachtig. Ik dacht, dat zijn geen Nederlanders. Dat zou nooit zo klinken. Die kunnen niet zingen, en al helemaal niet tegelijk. Dus ik ging kijken. En zo belandde ik in een pro-Palestina demonstratie die me niet onberoerd liet. Een paar honderd mensen eerst, scanderend Free Free Palestine! Maar toen ik even later achterom keek was het het clubje uitgegroeid tot een mensenzee, het hele Domplein stond vol. Zomaar met duizenden! En ik stond er zomaar middenin. Palestijnse vlaggen overal. Vele hoofden omfloerst met Arafat sjaaltjes. En die geuren, een Nederlandse demonstratie ruikt nergens naar, maar nu rook het hele plein overdonderend, bedwelmend zoet en overheersend, en de woede, de woede was overheersend, en het verdriet, het verdriet was onverdraaglijk, en de eendracht, de eendracht was hartverwarmend, eendracht tussen mensen heeft iets moois, zo krachtig, maar soms ook zo vernietigend. Ik hield het niet droog. Ik bleef mijn keel maar wrijven om de brok weg te masseren. Maar het lukte niet, ik moest weg, ik zocht een weg naar de rand van het plein. En ik keek recht in de grote zwarte ogen van een onbeweeglijk politiepaard dat hoog boven mij uit torende.

De strijd tegen onrecht, 75 jaar onderdrukking, deze mensen, ze pikken het niet meer. Ik kan ze geen ongelijk geven.

Stad in oorlog
Stad in vrede
Laat Utrecht een stad van dialoog zijn.

Gelijk het wapen, rood/witte diagonaal
Beide kanten van de waarheid
Op een schild van wederhoor
Altijd.

Ik heb deze week een blauwe vlag met een witte duif gehesen.
Misschien ziet iemand het en denkt, laten we praten.

Liefs,
Stok

 

Schermafbeelding 2023-10-24 om 14.45.53

Utrecht, 1 oktober 2023

Lieve Bloem,

De Historicus is dood. Door eigen toedoen notabene. Wat behelsde hij? Het blijft onbegrijpelijk. Ik heb je vaak over hem verteld. Hoe we in de stad op het bankje zaten en de wereld doornamen, die achteraf toch weer platter bleek dan men dacht. Jaren geleden kwam ik hem voor het eerst tegen, de Historicus, kenner van de binnenstad, van de Domkerk in het bijzonder. We bouwden de gevallen kerk na met steigerbuizen, op ware grootte op het Domplein, een gigantisch bouwwerk. Ik zie je kijken, nou klets je uit je nek. Nee, echt waar, het is al een tijdje geleden, maar het is echt gebeurd. De Historicus probeerde het historische perspectief te schetsen. Maar de troep theatermakers en hemelbestormers had weinig oor voor de details, het project moest vooral met veel rook en grootse gebaren gepaard gaan, de mensen wensten feest. En dat kregen ze. In het verloop van dat project heb ik de Historicus niet meer teruggezien, vermoedelijk zat hij weer op zijn bankje met zijn sigaar, en besprak de wereld met iemand. Nog iets platter nu.
Laatst was hij bij me op bezoek en had hij een poging gedaan om gedichten van Emily Brontë op muziek te zetten, en of ik hem daarbij kon helpen. En hij zong zijn liederen, op wonderlijke wijze, als een Middeleeuwse troubadour, in een gedragen lamenterende stijl, onaards, wankel ook, maar intrigerend, met Comedia dell’Arte bewegingen alsof hij in een vroeger leven een nar aan het hof was geweest. Of ik hier iets mee kon… Ik moest bekennen dat ik het even niet wist, ik zag wel een arrangement met luit en schellenring voor me, maar dat was alles.
De Historicus was ook dichter en schreef vaak in een luchtig ironische stijl over uiteenlopende onderwerpen, soms klein, soms groots. In wezen was hij een Utopist, schepper van vergezichten, vergezichten waar hij zelf geen deel meer van uitmaakte. 
Deze kreeg ik opgestuurd van een huisgenoot van hem:


Dom

Stomme
Dom

je klokkenspel
kennen we nu wel

sinds je zeshonderdzoveel jaar geleden
klaar gekomen bent

en
sinds
dien
toch

over
eind
bent
blij
ven
staan

Ik zou je nog veel meer verhalen over hem kunnen vertellen. Als je me toestaat.

Liefs,
Stok

Foto bovenin © Gert-Jan Peddemors

 

Schermafbeelding 2023-10-01 om 13.44.23Utrecht, 15 juli 2023

Lieve Bloem,

Het is vakantie, langzaam komt de stad tot rust, families trekken erop uit, op zoek naar hitte of juist weggejaagd door de hitte. Jij bent ook op vakantie, denk ik. We hebben elkaar al lang niet gesproken. Ik geef de vakantie de schuld, maar je zult zeggen dat dat te gemakkelijk is. Ik weet het. Mijmerend over afwezigheid loop ik over het Lepelenburg en zie in de verte vrolijke lichtjes. Aha, er is kermis. Vertier, plezier, gillende tieners in vreselijke apparaten. De geur van suikerspin. Stel ik me voor. Maar daar, op de Malibaan, aangekomen trof ik een geheel andere sfeer aan.

DraaimolenDC

Alsof het spookhuis was uitgedijd, zijn dak overspande de bomen en de ventwegen, het spookhuis had zelf de vorm aangenomen van een kermis, een spookkermis, een kermis voor alle zielen. Overal lichtjes en bewegende attracties, een suikerspinkraam, frietkraam, draaimolens voor de kleintjes, overal voor ieder wat wils. Maar geen mensen. Er waren geen mensen, op de hele kermis. Niet één. Allerlei muziek schalde uit allerlei speakers, maar er waren geen oren om het te horen, geen ledenmaten om mee te dansen. Ik ben verschillende keren op en neer gelopen op zoek naar een reden. Een eenzame fietser stak de straat over maar besteedde geen enkele aandacht aan de kermis. Is dit het Laatste Oordeel, dacht ik nog. Ooit de Kellner en de Levenden gelezen van Vestdijk. Maar dat ging om een treinstation. En toen waren er juist heel veel mensen. Nee, hier is iets heel anders aan de hand. Eindelijk vond ik iemand. Bij een draaimolen helemaal aan het eind zat een mevrouw in het hokje voor zich uit te staren, een oudere dame met vaal opgestoken haar, een langwerpig brilletje op haar neus en een sigaret in haar mond. ze keek naar de rustig ronddraaiende karretjes, roze, blauw, groen, roze, blauw, groen, roze. Ik vroeg waar iedereen gebleven was. Ze draaide langzaam haar gezicht naar me toe, keek me aan, haast meewarig, en draaide zich toen weer van me weg. Weer kijkend naar de bewegende draaimolen zei ze, ’ritme is de basis van alle materie’. Ik hou het maar erop dat iedereen op vakantie is.

Lopend door de lege stad zag ik dat ook de R z’n boeltje heeft gepakt…

EchtbankDC

Ik wens jou ook een goeie vakantie.

Liefs,
Stok

 

KranenDC

Utrecht, 5 juli 2023

Lieve Bloem,

Als ik ’s morgens wakker word en uit het raam kijk zie ik kranen in de verte zwenken en hijsen. Soms lijkt het wel een dans, hoe drie/vier kranen om elkaar heen bewegen in een poging het Manhattan van Utrecht nog meer gestalte te geven. Bij dit beeld moet ik altijd denken aan het boek ’The Lost Language of Cranes’ van David Leavitt. Ken je dat? Er zit een passage in waarin verteld wordt over een verwaarloosd jongetje, ’the crane child’, opgesloten op een zolder, die een eigen taal ontwikkelt om met de kranen te kunnen communiceren, de enige levende wezens die hij vanuit zijn raam kan zien.

Toen ik klein was zat ik vaak met mijn dove broer in een hoekje in geheimtaal te praten, het was niet praten, het was meer een gebrom, een ritmisch gereutel, in kleine bewegingen, in grimassen herhaalden we steeds dit ritueel, simultaan, het had niet echt betekenis denk ik, maar het voelde goed, we waren verbonden op een onwaarschijnlijk niveau. Het enige woord dat mijn moeder wel eens kon ontwaren, zei ze later, was: ’merde, merde, merde, merde’.

Ik denk dat we voor veel dingen waar we van houden voor onszelf een geheimtaal creëren om ermee te kunnen communiceren. 

Bovenstaande foto heb ik niet ’s ochtends gemaakt hoor, dan ben ik veel te lui. Dit is de zonsondergang, maar je ziet 2 van de 4 kranen heel geconcentreerd zuidwaarts wijzen. De vraag is, wat betekent dit in het taal der Kranen? 

Liefs,
Stok

 

KlokkenDC

Utrecht, 2 juli 2023

Lieve Bloem,

Ik weet dat je bovenmatig geïnteresseerd bent in de klokken van de Dom. Net als ik.

Op zondagochtend zet ik vaak mijn balkondeur open bij het eerste beieren. En dan, een voor een, komen de torens op gang, schoorvoetend eerst, als kleine kinderen bij het zaklopen, de Buurkerk, de Dom, achter mij de Catherijne kathedraal, brutale jochies, de Willibrorduskerk ook denk ik, of misschien is het de Janskerk, of hier om de hoek de Lutherse kerk, door al het geklingel weet ik vaak niet meer wat ik hoor. Maar als alle klokken op volle sterkte zijn aangekomen, dan komt het, dan beginnen de klanken zich te vermengen, de klokken lijken te smelten, het brons vermengt zich als de kleuren op een hemels palet, de lucht een laken waar de kleuren zich op uitstrekken, als een groot klankveld boven mijn hoofd. En dan, dan komt het echt, als je oren zich een weg banen naar boven, boven dat klankveld, een nog grotere ruimte van boventonen dat zich gierend openbaart boven de stad, boventonen in alle kleuren, ze schieten als vuurpijlen door de ether en vermengen tussen de hoge gebouwen tot pastel bronzen kwabben die langzaam terug naar de klinkers op straatniveau druipen. 

Net hoorde ik het carillon spelen. Vandaar. Voor het eerst sinds lang. De beiaardier verlekkerd hamerend. Even testen of ze het nog doen, of beter, weer doen. Het carillon blijkt gerestaureerd in het kader van de grote opknapbeurt van de Dom, toetsen gepoetst, alles nagekeken, geolied en klepels gerestaureerd. Ik hoorde het carillon spelen na maanden van stilte. Ik hoorde een korte improvisatie in het laagste register, sonore tonen in klusters, met prachtige boventonen die schichtig hun weg weer vonden door mijn balkondeur. Het spectrum is veranderd, ik hoor, ze hebben de klokken gepoetst. 

Maar onwillekeurig denk vooruit aan vanavond als ik ga slapen en ik me realiseer dat mijn inslaap-ritueel weer zal moeten wennen aan het korte tijdslot van 15 minuten, niet iets waar ik echt naar uitkijk. Het ritueel is; stoppen met lezen als het carillon gaat, licht uit, een korte overweging over het leven tot het volgende carillon, ogen dicht en hopen dat je de volgende mist. Zo niet, start het ritueel opnieuw.

Liefs,
Stok

 

Schermafbeelding 2023-07-05 om 14.16.03Utrecht, 11 juni 2023

Lieve Bloem,

Een van redenen dat ik zoveel van je hou is je scherpe observatievermogen. Je ziet dingen die ik niet zie, je hoort ze, voelt ze. Alsof je een extra zintuig hebt die ik met mijn afgestompte senses lelijk ontbeer. Hoewel het voelen me steeds beter afgaat moet ik zeggen. Zo liepen we laatst door de Bruntenhof en viel je oog op een klein ornament bovenin de grote barokke stenen poort uit 1621 die toegang gaf tot het eeuwenoude hofje dat vroeger armen en zieken opving. Een klein kindje die een doodshoofd vasthoudt. In steen gehouwen. We keken er naar en we overwogen beiden er iets zinnigs over te zeggen. Maar mijn hoofd zweeg, de jouwe ook. Het kind en de dood, misschien wel de grootste tragiek mogelijk in een mensenleven is de dood van een kind, twee tegengestelden, twee uiterste polen, het begin en het eind, soms komen ze op onbeschrijfelijke wijze samen, woedend. En ik moest denken aan onze kinderen en hoe ik hun een lang en gelukkig leven wens, en hoe ik voor jou, kind van jouw ouders hetzelfde wens. 
Het ornament deed me ook aan een andere realiteit denken, reden voor een nog groter zwijgen, ingekeerd, het kind en zijn dode ouder. En dit raakt me altijd in de roos, en jou ook natuurlijk, wij als ervaringsdeskundigen. Het leven is mogelijk hoor, in de watten der gewoonte, de raderen gaat voort, laat ik er niet te dramatisch over doen, ik leef mijn leven, jij het jouwe, ik leef zo goed als ik kan ons leven, ik heb er heel wat van gemaakt, vind je niet Bloem? Maar ik blijf, ondanks alles, als ik mijn leven overzie, om het enigszins muzikaal te verwoorden, in losgezongen staat, als een eenzaam bewoond eiland, onwillekeurig vastgrijpend aan de doden uit mijn jeugd.

Liefs,
Stok

 

screenstoketalages


Utrecht, 9 mei 2023

Lieve Bloem, 

ik loop graag door de stad te slenteren. Graag mijmer ik over het leven, of over jou, dat komt ook wel eens voor. Daarbij probeer ik winkelstraten zo veel mogelijk te vermijden. Al die eenvormigheid kan ik slecht verdragen. De meeste winkels heb je in elke stad, loop je er onverhoeds eentje binnen, loop je zo maar de kans in een andere stad weer naar buiten te komen, zeer verwarrend allemaal. Laatst stond ik zomaar in Deventer, nou kwam dat toevallig goed uit, ik moest daar toch nog bij een oude vriend langs, maar het is toch onhandig.

Soms echter, tref je een etalage waar je niet meer weg wil. Hier verderop zijn er zelfs twee winkels, een paar passen van elkaar verwijderd, waar ik me een hele middag kan ophouden, helemaal door het contrast tussen die twee. Soms loop ik wel vier keer heen en weer en probeer ik twee realiteiten in één hoofd te krijgen, dat is me nog nooit gelukt. De volgende keer dat je hier bent zal ik je ze wijzen, wie weet wat jouw wonderbaarlijke hoofd hier van maakt.

Ik zal er vanmiddag even foto’s van maken, dan heb je alvast een idee.

Het ene winkeltje lijkt een boekwinkel, maar in verleden tijd, het was een boekwinkel, er liggen nog steeds boeken in de etalage, maar de kleuren zijn vergaan, verbleekt door jarenlang zon, de kaften omgekruld,  oude titels lang vervlogen, Arendsoog, The Microscope and its use, Uit drie eeuwen Nederlandse Geneeskunde, De Kat met het Blauwe Oog, Groen en Bloemen in Den Haag,  op een poster achterin staat ’Ik wens je vleugels om te durven’. Deze etalage vertelt een treurig verhaal, over decennia in stilte, eindeloos op zoek naar de verloren tijd.

De andere winkel biedt een weldaad aan moois, meubels, lampen, de meest prachtige ontwerpen staan er op een rijtje, hout in de mooiste vormen, sculpturen om in te zitten.

Winkeldanielcross2
Er is nooit iemand in de winkel, alleen het personeel zit achterin, altijd druk aan het typen, de zaken gaan goed, zo goed zelfs, ze hoeven geen mensen in de winkel, vermoedelijk komen hier mensen op afspraak, en alleen als ze in bezit zijn van auto met chauffeur. Ik denk niet dat ik naar binnen kan, de deur zal niet eens open gaan, de deurkruk meet mijn jaarinkomen, helaas geen stoel voor jou. Misschien met een hoge hoed lukt het wel. Ik laat je weten.

Liefs,
Stok

 

stokbloem3

Utrecht, 3 april 2023

Lieve Bloem,

Weet je nog dat je een fakkeltocht wilde in Utrecht? Ik zou het wel even regelen, ik wist ook de hoofdschakelaar van de stad, dus dat kwam wel goed.
Op de afgesproken avond was het centrum uitgestorven, Nederland speelde tegen Argentinië (en verloor), iedereen zat aan de TV gekluisterd, we hadden de straten en pleinen voor onszelf.

Ik geloof niet dat ook maar iemand in de gaten had dat ik alle verlichting heb uitgezet. En ik wist een geheime doorgang, die zich meestal alleen na zonsondergang openbaart, en waarvan de locatie ook nog al eens verandert. Maar we vonden hem, we openden de grote houten deur, krakend, een holle kloenk van het grote ijzeren slot, en we stonden in een andere tijd, in een andere dimensie. Het was aarde donker en muisstil. Op de tast zochten we onze weg door een gangenstelsel. Ik overwoog even om je te kussen, of je ten huwelijk te vragen, of allebei, maar ik was te verlegen, in de verte zagen we lichtjes, lampionnen toen we dichterbij kwamen, in een oogwenk zagen we iets voorbij glippen, niet hoger dan een kind, het droeg iets roodachtigs, ik ben kleurenblind dus pin me er niet op vast, het voelde alsof we in een sprookje terecht waren gekomen (dat heb ik met jou wel vaker trouwens), we passeerden een Hans en Grietje-achtig huisje, er brandde een flink vuur binnen maar er was niemand thuis zo te zien, wel stond er eten op tafel, grote kommen met pap zo leek het, voor 4 personen onaangeroerd. Eén kom net iets kleiner. We liepen door naar een soort binnenplaats en tot onze verbijstering stonden we even verderop zomaar oog in oog met een aantal dinosauriërs. Gelukkig wist jij al hun namen, briesend lieten ze ons met rust, en vonden we onze weg weer terug naar buiten, waar de sterren minder stralen en de trappen steiler zijn. We renden naar de Thai om de hoek, en terwijl het geschreeuw losbarstte bij een nieuwe goal van Nederland, kregen wij onze geurige curry opgediend. Avontuur en lekker eten, niet vaak zag ik jou zo gelukkig.

Laatst vond ik die deur weer, op een heel andere plek, ongeveer halverwege de Breedstraat, en heb er snel een foto van gemaakt. Vanmiddag ben ik weer even gaan kijken, maar hij was alweer verdwenen. Mooi toch hoe een stad leeft.

Liefs,
Stok

 

Screenshot 2023-04-03 at 08.05.50

Utrecht, 11 maart 2023

Lieve Bloem,

Je vroeg me hoelang de Dom al in de steigers staat. Ik was de tel kwijt, maar na een tijdje nadenken wist ik het weer, ik was naar Nepal om tot rust te komen, voorjaar 2019, toen ze de steigers aan het opbouwen waren. Ik was vol bewondering elke dag aan het kijken hoe ze dat deden. Het is een knap staaltje steigerwerk, een kunstwerk, hoe die fundering is gemaakt rondom de Dom zodat de toren er zelf niet door beschadigd raakt. En dan al die diagonalen voor stutten en stijfheid, wat een ritmiek zoals het zich uitstrekt over de lengte van de toren. Ik dacht, misschien goed om de steigers te laten staan en de toren weg te halen, ook oude kunst is soms aan vervanging toe. 

Vele ochtenden word ik wakker met het geluid van drilboren en klophamers, niet vervelend, juist gezellig, zoemend als bezige bijen rondom een bloem, de toren geeft haar nectar. Bij hevige storm joelt en huilt de toren, alle zeilen flapperen, alle plakken klapperen, en steeds een ander lichtje brand bij nacht, als een baken, een knipperlicht als signaal om me te waarschuwen voor vreemde gasten, soms zelfs een slang van licht die langzaam langs de toren omhoog kruipt. Geen idee waar die vandaan komt. En heel af en toe zie ik iemand wandelen. Jazeker, er zijn ook echt mensen daarboven, vaak met helm. Het levende wezen tolereert mensen die haar flanken behandelen met allerlei soorten steen, kalkzand, graniet, wat niet meer. De lappendeken van weleer zal binnenkort verdwenen zijn. En zijn de steigers eenmaal afgebroken dan zal ik de toren amper meer terug herkennen, als een gebroken arm na weken in het gips, een dun zielig torentje, bibberend van de kou. De gouden spits is alweer zichtbaar, glimmend van trots, het duurt nu niet lang meer, Bloem. 

stokroos2

Door de jaren heen heb ik honderden foto’s gemaakt van de Dom, bij nacht, bij storm, bij mist en ontij, in alle mogelijke omstandigheden. Ik stuur je bij deze een foto die ik het liefst op z’n kop bekijk. Ik heb de foto, vrij naar Spinvis, de titel gegeven ’Utrecht aan Zee’. De foto is gemaakt op 21 juni, midzomer, 2019. Ze waren halverwege met hun kunstwerk.


Liefs,
Stok
  

 

Screenshot 2023-03-11 at 01.00.43

Utrecht, 1 maart 2023

Lieve Bloem,

Middenin de stad wonen betekent een speciale band hebben met de daklozen. Sommigen zijn op doorreis en zie ik maar een paar keer, en sommigen ken ik al jaren. Mijn favoriet is Hannah, zij kan eigenlijk helemaal niet meer praten, van de drugs vermoedelijk, maar ze is heel leuk, en komt altijd op me afgerend, gewaggeld meer, en vraagt om een sigaret, ik rook niet, oooh, ja, dat is ook zo, brabbelt ze en vraagt vervolgens of ik nog kleingeld heb. Ik heb een regel, ik geef elke zwerver, althans degenen die ik een beetje ken, elke week iets, en ik probeer om niet meer dan één keer per dag geld te geven. Want dat kleingeld is behoorlijk gedevalueerd, gaf je vroeger een kwartje, nu is het minsten een euro, Hannah meestal twee euro. En met kerst komt het papiergeld uit de zakken. dus alles bij elkaar loopt het lelijk uit de hand, deze buurtparticipatie.

Als ik ’s ochtends naar de trein wandel loop ik altijd de Maartensbrug over en via het pleintje waar de zessprong Zadelstraat, Buurkerkhof, Choorstraat, Lijnmarkt, Zoutmarkt en de Maartensbrug bij elkaar komen. Midden op dit pleintje staat een oude boom met een bankje eromheen. En daar zit altijd Hakim. Hij ziet me al van verre aankomen, en zwaait met z’n gedichtenbundel. Kopen, kopen, help mij, help mij. Hakim is altijd zeer ’proactief’, hij omhelst je, houdt je vast en maakt je heel duidelijk dat het een zaak is van leven en dood. Ik heb al verschillende ’dichtbundels’ bij hem gekocht, €5,-, een verzameling A-4tjes bij elkaar gebonden met twee lintjes. Meestal, moet ik bekennen, gaan ze ongelezen in de oudpapierbak. Maar deze week kocht ik weer een bundel, dezelfde als de vorige keer, ik pakte mijn portemonnaie, zat er alleen een tientje in en dat zag hij, help mij, help mij, tientje ook goed! Ik gaf hem, na enig aarzelen het tientje, nou niet zeuren de komende tijd Hakim, dit is veel geld!

gedichtHakim

Nu ligt al dagen zijn bundeltje op tafel, steeds opgeslagen op de eerste bladzijde, en het tweede gedicht, op de rechter bladzijde, laat me maar niet los. Ik weet niet precies wat ik lees, ik weet niet precies wat het betekent, maar een wereld van verdriet opent zich. Ik stuur je hierbij het gedicht. Ik laat het op tafel liggen tot woensdag.

Liefs,
Stok

< naar blogs-overzicht

Scrhijf je in voor de nieuwsbrief
Eerder verschenen papieren uitgaven
Vereniging Bewoners Binnenstad Utrecht
Wervenberaad komt met Opschoondag aan de Werf
Brieven uit de buurt, Stok aan Bloem