Navigatie menu
zoeken
Zilverstraat
Zilverstraat
 STRAATNAMEN   Zilverstraat
Ineke Inklaar |
24 aug. 2023

Alles wat u altijd wilde weten over straatnamen. Elke week een paar nieuwe geheimen achter de straatnamen in de Binnenstad.

Koopman Johan Meynaert Johanssoen kreeg in 1386 een perceel aan de Springweg, dat tot aan de stadsmuur liep. De steeg die na bebouwing ontstond, werd eerst naar hem genoemd. Daarna komt de naam Zilversteeg op. De schrijver van het Utrechts Straatnamenboek levert de volgende verklaring: de koopman moest de erfpacht voor het perceel met zilver betalen.

In 1950 vroegen de bewoners om de straatnaam te veranderen in Zilverstraat, omdat een steeg een slechte associatie had. Dat verzoek werd afgewezen omdat het karakter en de breedte niet aan een steeg deed denken. In 1963 volgde een nieuw verzoek, omdat kinderen terugslag ondervonden bij sollicitaties omdat ze in een steeg woonden.

Zilverstraat 1974In de jaren 70 waren veel panden in de Zilverstraat vervallen tot krotten. De foto is uit 1974 © Het Utrechts Archief
Foto bovenaan De nieuwbouw in de Zilverstraat dateert van midden jaren 80 © Het Utrechts Archief

 

screenwijdedoelen

Schuttersgilden gaven hun naam aan de Wijde Doelen
De Wijde Doelen is rond 1540 aangelegd als onderdeel van een weg van de Tolsteegpoort naar het Agnietenklooster langs de aarden stadswal. Tien jaar besloot de raad om vóór bolwerk Manenburg (dat net afgekomen was) een oefenplek voor de schuttersgilden te maken. Schuttersgilden zijn verenigingen van burgers die de stad verdedigen en zorgen voor de ordehandhaving. Zo'n oefenplek heet: een doelen. Vermoedelijk is deze maar enkele tientallen jaren in gebruik geweest. Aan weerszijden van dit terrein werden eenkamerwoningen gebouwd.

Wijde Doelen 1942Wijde Doelen 31 (links, Electrische Wasscherij B.F. v.d. Broek) ) en Wijde Doelen 29 - 29a © Het Utrechts Archief

Foto bovenaan De Wijde Doelen in 2012 © Het Utrechts Archief

 

screenwolvenstraatWolvenstraat lag temidden van torens met dierennamen
De Wolvenstraat dankt haar naam aan het bolwerk Wolvenburg, dat in 1579 werd aangelegd. Het bolwerk lag tegenover waltoren De Wolf.

Oorspronkelijk vormde de Wolvenstraat één geheel met het stuk Wolvenplein (die straatnaam is stukken jonger) dat tussen de Wolvenstraat en de Molenstraat liep. Deze straat liep, verwarrend genoeg, ook langs waltoren De Vos en werd daarom ook wel Vossesteeg genoemd. Vanaf 1860 heet de straat definitief Wolvenstraat; 30 jaar later krijgt het stuk voor de gevangenis de naam Wolvenplein.

Utrecht was ooit omgeven door bolwerken. Halverwege de 16e eeuw droeg Karel V op de bastions de Morgenster (het noorden), de Sterrenburg (zuidwesten), Manenborgh (zuiden) en Sonnenborgh (zuidoosten) te bouwen. Later kwamen daar nog vrij grote aarden bolwerken bij: Lepelenburg (park), Wolvenburg (de gevangenis), Lucasbolwerk (de schouwburg), Mariabolwerk (verdwenen) en het Begijnebolwerk (gesloopt). Bij de bastions stonden torens: in het noordoostelijke deel van de stad waren dat onder meer de Bok, de Vos, de Beer (bij de monding van de Plompetorengracht) en de Leeuw en het Begijnebolwerk.

Wolvenburg 1830Het bolwerk Wolvenbrug met de keermuur waarin twee ramen en een toegangspoort tot het bolwerk en op de achtergrond de gevel aan de stadszijde van de toren de Wolf (1830) © Het Utrechts Archief

Wolvenburg 1736Gezicht over de stadsbuitengracht op de stadswal met de toren de Vos en een gedeelte van de Plompetoren; links de bomen op het bolwerk Wolvenburg en het dak van de toren de Wolf. Rechts de Weerdsingel O.Z. en op de achtergrond de Jacobitoren (1736)  Foto © Het Utrechts Archief

Foto bovenin De Wolvenstraat in 2007 © Het Utrechts Archief

 

ScreenWillemstraatWillemstraat - weer een Wijk C-naam die verwijst naar Oranjeliefde
Catharinastraat, Catharijnestraat, Katrijnenstraat – dat zijn de oude namen die werden gebruikt voor wat nu de Willemstraat is. De straat kwam namelijk aan de zuidkant uit bij het Catharijneklooster dat moest wijken voor de dwangburcht van keizer Karel V.

In 1863 verzochten de bewoners aan b. en w. om de naam te wijzigen in Willemstraat. Zij vonden dat ze daar recht op hadden omdat ze actief hadden bijgedragen aan de feestvreugde tijdens het jubileum van de Utrechtse overwinning op de Fransen. Die maakte in 1813 een einde aan de Bataaf-Franse Tijd. Dat tijdperk begon in 1795 met de inval van Frankrijk en het vluchten van de stadhouder Willem V (overigens lid van de familie van Oranje Nassau) naar Engeland. Napoleon Bonaparte maakte van Nederland een satellietstaat van Frankrijk. Napoleon ging ten onder bij Waterloo, waarop de zoon van de naar Engeland geluchte stadhouder terugkwam en als koning Willem I aantrad.

Ander argument om de naam te wijzigen was dat de straat een slechte naam had. Bewoners, die werd gevraagd naar hun adres, zouden daarom liever antwoorden: bij het Vredenburg. 

Willemstraat 1902De Willemstraat in 1902: een straat in een volksbuurt waar veel kleine handelaren woonden © Het Utrechts Archief

Willemstraat 2020Lang werd in de Willemstraat de rommelmarkt gehouden. In 2020 al jaren niet meer © Het Utrechts Archief

Met dank aan het Utrechts Straatnamenboek
Foto bovenaan artikel De Willemstraat in 1920 © Het Utrechts Archief

 

Schermafbeelding 2023-07-30 om 00.01.47Tot 1974 liep de Waterstraat zoals zij eeuwen had gelopen. De nieuwbouw tussen de Willemstraat en de Sint Jacobsstraat is kort daarna een stuk naar het zuiden opgeschoven. Daardoor is de verbinding met het deel van de straat dat op de Oudegracht eindigt, niet meer logisch. Het gedeelte tussen de Willemstraat en Oudegracht heette in de middeleeuwen al Watersteech – een gebruikelijke naam voor paden die naar de Oudegracht leidden.

Het meest westelijke deel van de Waterstraat verdween in 1983. De straat liep van toen af aan niet langer door tot aan het Paardenveld. Rond 1600 was dat nog wel zo. Op het Paardenveld voerde de scherprechter (=beul) lijfstraffen en executies uit. Vandaar in die tijd de naam 'Kort Ademstraat': wie daardoor moest had niet meer lang te leven.

Waterstraat 1650Gezicht vanaf het Paardenveld te Utrecht in de Waterstraat, uit het zuidwesten, met op de achtergrond de Jacobikerk (1650) © Het Utrechts Archief 

Waterstraat 1900De Waterstraat in 1900, met de pomp. Achterin de Jacobikerk, toen nog met stompe toren © Het Utrechts Archief 

Foto bovenaan De Waterstraat na de stadsvernieuwing (1999) © Het Utrechts Archief

 

ScreenVredenburgstaatnamenWat we nu de oostkant van het Vredenburg noemen, was in de middeleeuwen een weg vanaf de Catharijnepoort. Onlangs werd een steen geplaatst ter herinnering hieraan. Door de Catharijnepoort gingen de handelaren van buiten naar de markt op de Neude. Langs de stadsmuur bij de singel aan lag het Catharijneklooster met braakliggend terrein eromheen.

Zoals bekend liet keizer Karel V een dwangburcht bouwen op deze plek. De Johannieters die in het klooster zaten, moesten het gebouw en het veld ernaast verlaten. Zo maakten zij plaats voor de noordelijke kasteelmuur en -gracht. In 1577 trokken de Spanjaarden uit het kasteel, dat gemolesteerd was nadat Trijn van Leemput daartoe de aanzet had gegeven. Na de sloop van het kasteel ontstond een plein. Alleen het westelijke deel bleef staan, omdat dit bij de stadsversterking hoorde. Vanaf begin 16e eeuw heette dit Vredenburg, of iets wat daarop leek.

In de 19e eeuw werden aan de zuidkant een schouwburg en aan de westkant twee markthallen gebouwd. De schouwburg verdween, de markthallen werden Jaarbeursgebouwen. In de jaren 70 van de vorige eeuw werd de bebouwing omvergehaald voor de bouw van Hoog Catharijne. In 2012 werd het plein verkleind doordat er een complex met winkels en appartementen langs de busbaan werd gebouwd. Toen werd de naam ook 'Vredenburgplein'.

Vredenburg 1500Voordat keizer Karel V kwam, stond het Catharijneklooster op het  Vredenburg. Tekening rond 1500 © Het Utrechts Archief
Vredenburg 2013Gezicht op het Vredenburg (2013), met links het voormalige Secretariaatsgebouw van de Jaarbeurs en in het midden kledingzaak Peek & Cloppenburg 108) tijdens de sloop © Het Utrechts Archief
Vredenburg met MuziekcentrumHet Muziekcentrum op Vredenburg is een gebouw van Herman Hertzberger, dat hij later vernieuwde © Het Utrechts Archief

Met dank aan het Utrechts Straatnamenboek
Foto bovenin Zo zag het kasteel Vredenburg er rond 1540 uit © Het Utrechts Archief

 

ScreenVoorstratstraten
Voorstraat betekent eigenlijk: hoofdstraat
De Voorstraat zorgde er in de Middeleeuwen samen met de Wittevrouwenstraat voor dat bewoners en bezoekers van de oostelijke stadspoort naar het stadhuis en de Buurkerk konden komen. De doorgaande weg bestond al in de 12e eeuw.

Het gedeelte tussen de Neude en de Begijnesteeg was de grens van het Sint-Jansveld (naar het kapittel van de Janskerk). De naam 'Voorstraat' komt vanaf begin 16e eeuw voor. De verklaring is simpel. Met 'Voorstraat' werd toen een hoofdstraat aangeduid.

Er bevinden zich in deze straat diverse monumentale panden, zoals onder Het Grote Vleeshuis, een slachthuis uit de 17e eeuw op nummer 19, en  Jugendstilpand Centraal Apotheek De Liefde.
 

Voorstraat ACUKrakerscentrum ACU aan de Voorstraat © Het Utrechts Archief 

Voorstraat CityBioscoop City was ooit een theater uit 1935, eerst was het één grote zaal © Het Utrechts Archief

Foto bovenin Een pand in de stijl van de Amsterdamse School aan het begin van de Voorstraat © Het Utrechts Archief

 

ScreenTuinstraatstraatenDeel Tuinstraat is niet gesloopt dankzij krakers
Pieter Veelo liet in 1826 twee rijtjes met oorspronkelijk 46 kameren bouwen op een perceel dat behoorde bij zijn huis. De schoenmaker woonde zelf in het huis Scherpenburg (Springweg 69-71). Waarschijnlijk was de plek waar de nieuwbouw verrees, eerst een tuin. Vandaar de naam. Oorspronkelijk was het een doodlopende straat: drie woninkjes aan het Geertebolwerk sloten de straat af. Die werd daardoor een slop.

In 1855 werd de Maatschappij tot Verbetering der Woningen voor Arbeidenden en Minvermogenden eigenaar. Die legde riolering aan, maar pas in 1912 werden de openbare wc's op straat verwijderd. In de panden 26 en 29 kwamen toen toiletten voor algemeen gebruik. In 1959 werden de woningen onbewoonbaar verklaard. De gemeente kocht ze op en sloopte kort daarna de noordelijke helft van het hofje. Wat overbleef, werd pakhuis. De gemeente wilde ook dit slopen ten behoeve van een parkeergarage, maar krakers wisten dat te voorkomen. 21 woningen zijn behouden en gerestaureerd.

De Tuinstraat in 1911 De Tuinstraat in 1911, gezien vanaf de Springweg © Het Utrechts Archief

Tuinstraat 1976In 1976 waren de resterende huizen aan de zuidkant van de Tuinstraat vervallen tot krotten © Het Utrechts Archief 

Foto bovenin De Tuinstraat in 2019: gerestaureerd en gerenoveerd © Het Utrechts Archief

 

 

screentransstratenDe Trans ontstond als doorsteek naar het Domplein
Vroeger waren de Trans en de Korte Nieuwstraat één weg. Die werd aangelegd in 1283, toen de Paulusabdij een reep grond langs de kloostermuur verkocht aan het Domkapittel. Hiermee konden de geestelijken van het kapittel van Oudmunster van de Sint-Salvator (de voorloper van de Domkerk) een doorsteek (transitus) maken. Ze liepen dan van de straat die later de Nieuwegracht zou worden naar het zuidelijke deel van het Oudmunsterkerkhof. Oftewel: het huidige Domplein.

De nieuwe verbinding werd pas echt een straat toen het terrein van de Paulusabdij – die eind 16e eeuw werd opgeheven maar waarvan resten zijn te vinden in het archief – werd opgedeeld in percelen voor nieuwbouw. Die huizen verrezen aan de zuidkant. Het noord-zuid lopende deel van de verbinding werd bij de Nieuwstraat gevoegd. En kreeg de naam Korte Nieuwstraat.

Trans 1870Sociëteit Sic Semper op de hoek van de Trans (1870) © Het Utrechts Archief


Foto bovenin De Trans in 2019 © Het Utrechts Archief

 

 

screesterrenbosstratenSterrenbos: van wandelplaats tot exercitieveld
De gemeente had woeste plannen met het terrein dat nu begrensd wordt door Sterrenbos-Catharijnesingel-Beetsstraat en het spoor. Aan deze westkant moest stadsuitbreiding komen. Een aantal vaarten werden al wel gegraven rond 1660; die werden vooral gebruikt door tuinders voor vervoer van hun groente en fruit. Moesvaarten werden die genoemd.

Sterrenbos 1758Plattegrond van de stad Utrecht uit 1758: het Sterrenbos ligt rechts van het midden tussen de Catharijnesingel en een vaart © Het Utrechts Archief

Er kwam een nieuw plan: een park in de vorm van een sterrenbos – dat is een bos met lanen die allemaal vanaf buiten naar het middelpunt lopen. ideaal als wandelplaats.

Een eeuw later werd het merendeel van de bomen gekapt: het terrein werd exercitieveld voor het Utrechtse garnizoen. In de 18e eeuw oefende schutterij daar. Eind 19e eeuw werd het Sterrenbos volgebouwd met werkplaatsen en wetenschappelijke instituten.

Sterrenbos 1971 De in- en uitgang van een van de werkplaatsen van het G.V.U. op Sterrenbos 18 (1971) © Het Utrechts Archief

Met dank aan het Utrechtse Straatnamenboek
Foto bovenin Het voormalig Rijksinstituut voor de Volksgezondheid op Sterrenbos 1, vanaf de Catharijnesingel (1986) © Het Utrechts Archief

 


screensteenwegstraten copy

De Steenweg was in het begin twee keer zo lang
De Steenweg was als een van de eerste straten in Utrecht geplaveid. Zij verbond het woongebied bij de Buurkerk met dat bij de Jacobskerk en heette aanvankelijk Nywen Steenwech. Er bestond nóg een Steenwech: de huidige Zadelstraat.

Omdat er tussen de Hekelsteeg en de Choorstraat aan de noordkant een hal was waar schoenmakers woonden en werkten, heette dit stuk eeuwenlang  'Onder Schoenmakershal'.

Vanaf het midden van de 16e eeuw gingen de Utrechters de Steenweg als twee afzonderlijke straten beschouwen. De huidige Lange Elisabethstraat wordt dan Laeghe (=Lage) Steenwech genoemd, later Elisabethstraet.

Het stuk tussen de Hamsteeg en de Mariastraat heeft zo'n 60 jaar Weg naar Rome of Heiligenweg genoemd. Op de hoek Steenweg/Bakkerstraat stond een huis dat De Weg naar Romen heette. De benaming Heiligenweg kan gegeven zijn vanwege de associatie met Rome, de residentie van de paus.

Steenweg 1890-1905De Steenweg op een prentbriefkaart rond 1900 © Het Utrechts Archief

Steenweg 1910De Steenweg richting Choorstraat (1910) © Het Utrechts Archief


Met dank aan het Utrechts Straatnamenboek
Foto bovenin De Steenweg in coronatijd met voetgangersrotonde © Het Utrechts Archief

 

SPRINGWEG

De Springweg heet in 1295 (als) Sprincwijc.
Historici vermoeden dat de Springweg aanvankelijk langer was. Tot 1085 vormde die waarschijnlijk één geheel met wat nu Achter Clarenburg is. Toen het kapittel van Sinte Marie werd gesticht (eind 11e eeuw) liep de weg stuk op de kapittelmuur.
Oorspronkelijk was niet de naam Springweg, maar Sprincwijc. Waar die vandaan komt, is onduidelijk. Sprinc betekent in het middelnederlands bron of waterbron. Maar wat 'wijc' betekent? Eén verklaring is, dat dit woord afgeleid is van 'wike' = weg. Een andere uitleg is, dat het woord komt van het oudnederlandse 'wik', wat nederzetting betekent. Het is in ieder geval een oude naam, die in 1290 al in akten voorkomt.
Vanaf de 16e eeuw wordt de straat ook wel omschreven als Huppelwech. De schrijver van het Utrechts Straatnamenboek denkt dat dit te maken heeft met de associatie tussen huppelen en springen.

Springweg 1730De gebouwen van het Duitse Huis aan de Springweg te Utrecht vanaf het binnenplein (1710-173) © Het Utrechts Archief
Springweg 1905Kijkje in de Spingweg vanaf de Mariaplaats. Prentbriefkaart (1905) © Het Utrechts Archief
Springweg 2012De Mieropskameren aan de Springweg (2012) © Het Utrechts Archief

 

ROZENSTRAAT

Een varkensrooster gaf zijn naam aan de Rozenstraat. Om te voorkomen dat loslopend vee het Jacobskerkhof opliep en de graven omwoelde, was in de straat die aan de noordkant daarop uitkwam een rooster aangebracht. Zo'n rooster droeg ook wel de naam varkensrooster of duivelsrooster. Het heeft grote overeenkomst met de huidige wildroosters in bossen.

Het rooster lag er minstens een eeuw – van 1523 tot 1632 De straat heette daarom 'bij het Sint Jacobsrooster' of Roosterstraat. Na verloop van tijd werd de aanduiding ingekort tot Roozestraat.

Rozenstraat 1983Een varkensrooster bij de kerk in Delden © Wikimedia 
'Het Mannetje met de Groote Poot' aan de gevel van een slooppand aan de Rozenstraat in Wijk C te Utrecht. De tekst luidt: 'Aenschouw, o mensch, / myn groote poot, / die trapt elck huys / tot puyn en schroot / de gaeten aghter u / die syn myn handel / dat comt van selve / als ick wat wandel / spqu / a d MCMLXXXIII'. Het beeldje is in 1989, in iets andere vorm verplaatst naar de nieuwbouw in de straat © Het Utrechts Archief
Rozenstraat 1990De Rozenstraat in 1992 © Het Utrechts Archief

 

RIDDERSCHAPSTRAAT

Ridderschap gaf opdracht tot nieuwbouw en aanleggen van straat. De Utrechtse ridderschap beheerde na de Reformatie de goederen van het Wittevrouwenklooster. Toen in 1663 enkele woningen hiervan afbrandden, gaf de ridderschap de opdracht om in de plattegrond van het kloostercomplex de ervan van de afgebrande panden in te tekenen. De ridders kregen van de gemeente toestemming om nieuwbouw te plegen en een straat aan te leggen. Die kwam te lopen van de Wittevrouwenstraat langs de westkant van het klooster tot in de Molensteeg.
Het Wittevrouwenklooster was in de 13e eeuw opgericht in de noordoostelijke hoek van stad, binnen de muren. Het behoorde tot de St. Maria Magdalena-orde voor boetvaardige ex-prostituees en werd binnen de stadsmuren gevestigd in de noordoosthoek van de stad. Later woonden er vooral adellijke dames. Rond 1710 zijn de resterende bouwwerken gesloopt.

Ridderschapstraat 1748Gezicht bovenop de stadswal uit het noorden naar de Wittevrouwenpoort met in het midden de toren de Hond, links de singel en het toegangshek tot de Wittevrouwenbrug en rechts de huizen aan de Ridderschapstraat, uitkomend op de Wittevrouwenstraat (1748) © Het Utrechts Archief
Ridderschapstraat 1905 De taxicentrale U.T.A.M. aan de Ridderschapstraat (1905) © Het Utrechts Archief
Ridderschapstraat 1981De Ridderschapstraat in 1983 © Het Utrechts Archief

 

PREDIKHERENKERKHOF

Predikheren waren fanatieke kloosterlingen. Het grootste deel van wat we nu Predikherenkerkhof noemen, was in de late middeleeuwen een plein binnen de muren van het Predikherenklooster. De belangrijkste gebouwen van het klooster stonden aan weerszijden.
Predikheren is een andere naam voor Dominicanen, een bedelorde die in eerste instantie werd opgericht voor de zielenzorg en verkondigen van de (juiste) geloofsleer. De Dominicanen werden in de loop der eeuwen steeds fanatieker in de theologie, het verkondigen van het katholieke geloof en het bestrijden van ketterij. Zij voerden de inquisitietaken uit.
Na de Reformatie (in 1579) verbande de gemeente de kloosterlingen en nam het klooster in beslag. De kerk werd gesloopt, de overige gebouwen werden tot woonhuizen verbouwd. Het plein werd onderdeel van een straat. Die werd de 'Walsche straete' genoemd. (Wals=Waals=Frans). Hier woonde namelijk een van de eerste Franstalige immigranten: Guillaume du Gardyn, die een werkhuis runde waar 'schamele burgers' tegen stuk- of dagloon arbeid verrichten die eerder huisnijverheid was.

Predikheren 1725Tekening van de overgebleven gebouwen van het Predikherenklooster (circa 1725) © Het Utrechts Archief
Predikherenkerkhof 1900Het Predikherenkerkhof rond 1900 © Het Utrechts Archief
Predikherenkerkhof 2022Het Predikherenkerkhof in 2022 © Het Utrechts Archief

Met dank aan het Utrechts Straatnamenboek

 

PAUWSTRAAT

Pauwstraat-oost: tijdens het kukeleku van een haan te belopen.
De huidige Pauwstraat bestond oorspronkelijk uit twee delen. Het stuk tussen de Oudegracht en de Loeff Berchmakerstraat, dat eind 14e eeuw werd aangelegd, heette altijd al zo. Het vermoeden is dat hier leden van de aanzienlijke familie Pawe woonden of onroerend goed bezaten.
Het meest oostelijke deel, tussen de Loeff Berchmakerstraat en de Predikherenstraat, droeg eerst de naam Pepersteeg. Later komt zij in aktes voor als 't Hanegetred. Maar ook als 't Hanegeschrey. Het Utrechts Straatnamenboek legt uit: hanetred (de pas van een haan) en hanengeschrei (gekukel van een haan) betekenen beide: korte afstand. Deze aanduiding voor korte straatjes kwam in Utrecht vaker voor; daarom werd de naam voor het ministraatje in de noordelijke Binnenstad rond 1900 voor de helderheid voortaan ook maar Pauwstraat genoemd.

Pauwstraat 1953Pauwstraat 1953 Gezicht in de Pauwstraat, in de jaren 50. Op de voorgrond de Loeff Berchmakerstraat © Het Utrechts Archief
Pauwstraat 2011Pauwstraat 2011 De Pauwstraat, vanaf de Loeff Berchmakerstraat richting Oudegracht © Het Utrechts Archief

 

PAARDENVELD

Paardenmarkt slechts 50 jaar op Paardenveld gehouden. De Utrechtse paardenmarkten werden gehouden op de open ruimte ten oosten van het Catharijneklooster. Toen dit in 1529 werd afgebroken en de dwangburcht Vredenburg werd gebouwd, was er al snel te weinig ruimte. Het veld werd opgeofferd: er moest een gracht om het kasteel komen. Het stadsbestuur kocht een driehoekig terrein in de noordwesthoek van de stad, binnen de muren. Bij de Bollaertstoren. Tot dan toe stonden daar lakenramen: houten stellages die lakenmakers gebruikten om lakens te spannen en te laten drogen. Vanaf eind 16e eeuw heeft het terrein de naam Peerdevelt. Na de sloop van kasteel Vredenburg keerde de paardenmarkt in 1577 terug naar zijn oude plek, maar de straatnaam Paardenveld bleef bestaan. 

Paardenveld 2021Paardenveld 2021 Het Paardenveld in coronatijd, met Roost en afstandscirkels © Het Utrechts Archief
Paardenveld 1663Paardenveld 1663 Gezicht op het Paardenveld te Utrecht uit het noordwesten, met het schavot en de Peerdeveltse molen. 18de-eeuwse tekening naar een tekening uit ca. 1663 © Het Utrechts Archief

 

OUDKERKHOF

Oudkerkhof dankt zijn naam aan botresten. Horror in de dertiende eeuw. De graven onder de straat die nu Oudkerkhof heet, lagen heel dicht onder het maaiveld. De Rijn, die toen liep waar nu de Minrebroederstraat is, was overgestroomd en had veel grond weggespoeld. Bij de bouw van huizen stuitten de aannemers van toen waarschijnlijk op menselijke resten. De auteur van het Utrechts Straatnamenboek vermoedt dat de naam Oudkerkhof daarvan af te leiden is. Later is de grond ter plekke opgehoogd, dat de straat bij de Domstraat flink lager ligt dan aan de kant van de Stadhuisbrug.

Overigens is over de graven niet veel bekend: hoe groot was de begraafplaats? Vermoedelijk was het een christelijk kerkhof uit de zevende of achtste eeuw. Sommigen denken dat dit naast de burcht Traiectum of Trecht, een voortzetting van het Romeinse castellum, lag. Die diende als versterking voor Frankische koningen en bisschoppen. Binnen de burcht bouwde missionaris Willibrord eind 8e eeuw zijn kerk.

Oudkerkhof 1883Oudkerkhof in 1883 op een prentbriefkaart © Het Utrechts Archief
Oudkerkhof 1981Oudkerkhof in 1981: de straat loopt op naar de Stadhuisbrug © Het Utrechts Archief

 

Let op: Eerdere beschrijvingen worden zo spoedig mogelijk weer op deze site bijgewerkt

< naar dossiers-overzicht

Scrhijf je in voor de nieuwsbrief
Eerder verschenen papieren uitgaven
Plusbus stopt
Binnenstadsjongeren
Bewogen geschiedenis: van daklozen tot woningzoekenden