Veel bewoners kennen het Gilde van de rondleidingen in de Binnenstad. Maar wat velen niet weten is dat het Gilde vanuit de Lange Smeestraat veel meer doet. Het is een bron van inspiratie en kennis op velerlei gebied. De vrijwilligers van Gilde zetten zich in voor het levend houden van de geschiedenis van de (Binnen)stad, verzorgen cursussen over onder andere architectuur en geven taalbegeleiding.
Op dit moment liggen veel activiteiten stil vanwege corona. ‘Maar we zitten zeker niet bij de pakken neer’, zegt directeur Gerlofke Hekelaar. ‘Online gaat een aantal cursussen en rondleidingen gewoon door. Vanaf mei hopen weer te kunnen starten met de fysieke activiteiten.’
Het Gilde bestaat al zo’n 31 jaar. De organisatie begon met enkele vrijwilligers en is intussen
uitgegroeid tot een veelzijdige organisatie met ruim 200 vrijwilligers en een divers aanbod aan activiteiten. Zo zijn er leesgroepen in de bibliotheek en lezen vrijwilligers voor aan mensen met dementie in verpleeghuizen.
De stad herbeleven
Hekelaar: ‘Het is treurig dat dit nu allemaal stilligt, voor zowel de deelnemers als de vrijwilligers. Maar het gedwongen online werken biedt ook kansen. We zijn aan het onderzoeken of we de digitale rondleidingen die we hebben ontwikkeld ook kunnen laten zien aan bewoners van verpleeghuizen. We hopen met beelden van bepaalde locaties in de stad te bereiken dat bewoners van verpleeghuizen deze herkennen en op deze manier de stad opnieuw beleven.’
Ook werkt het Gilde actief samen met andere organisaties in de Binnenstad zoals het Utrechts Archief, het Volksbuurtmuseum en het Centraal Museum (de ‘Ommuurde stad’). Nog niet in de Binnenstad maar wel in andere wijken doet het Gilde mee aan het project beweegvriendelijke wijk. ‘In Noordoost organiseren we wandelingen als onderdeel van een heel programma voor (oudere) bewoners.’ In een ‘normaal’ jaar bereikt Gilde met al zijn activiteiten tussen de 7.500 en 8.500 mensen.
Werkplek
Op de vraag wat Gilde kan betekenen voor de Binnenstad denkt Gerlofke aan een centrale, laagdrempelige ontmoetingsplek. Een plek waar je je elkaar op een vast tijdstip zonder verplichtingen kunt ontmoeten. ‘Wij zitten aan de Lange Smeestraat heel centraal, maar te klein. Wel kunnen we een fijne werkplek bieden voor 50-plus vrijwilligers uit heel Utrecht, waaronder de Binnenstad, om van betekenis te zijn voor de stad en haar inwoners.’
Het Gilde is op zoek naar taalbegeleiders, vooral voor Nederlands. Ook een native speaker Engels en iemand voor conversatie Italiaans is van harte welkom.
Voor meer informatie en voor het aanbod van Gilde: https://www.gildeutrecht.nl/.
De drie stadsgidsen die de redactie heeft geïnterviewd, staan in de startblokken om hun kennis en ervaring te delen met stadgenoten.
‘We willen bewoners over de geschiedenis van Utrecht vertellen en toeristen kennis laten maken met de rijke historie van de stad.’ Aan het woord is Henk van Hilten, gids van het Gilde sinds 2005. In dat jaar ging Henk met pensioen en besloot hij al wandelend de stad beter te leren kennen. Hij kwam langs het kantoor van het Gilde, dat toen nog in de Nachtegaalstraat zat, en stapte binnen.
Dat was zijn eerste stap als gids van het Gilde. Dat ging niet zomaar. Hij moest de nodige informatie bestuderen en werd beoordeeld op zijn kwaliteiten. Nu gaat dat anders, vertelt Henk. Kandidaat-gidsen krijgen nu een cursus van een jaar waarin ze zowel theorie als praktijk opdoen onder begeleiding van een coach.
Asbest
Henk is een van de vijf coaches. Hij is geboren en getogen Utrechter. Voor het Gilde legt hij zich toe op de vele verschillende bouwstijlen in de stad. In zijn werkende bestaan was Henk bouwkundige en betrokken bij de inspectie en het onderhoud van rijksgebouwen.
Hij moet zelf nog glimlachen, als hij terugdenkt aan de renovatie van museum Catharijneconvent. ‘Dat was mijn laatste klus en onder mijn begeleiding moest alle asbest gesloopt worden. In de jaren 60 was ik zelf degene die als bouwkundige betrokken was bij de verbouw van het museum.’
Als voorbeelden van fraaie bouwstijlen in de binnenstad noemt Van Hilten het Jugendstilpand op de Voorstraat of het verbouwde pakhuis op het Pieterskerkhof van de architect Mart van Schijndel (1943-1999).
Henk heeft samen met collegarondleiders cursussen geschreven over architectuur en maatschappelijke ontwikkelingen in de wijken buiten de stadskern. Om de daad bij het woord te voegen, laat hij een fraai geïllustreerd cursusboek zien. Het gaat over de architectuur in Lombok, Rivierenwijk, Oog in Al, Zuilen en Tuinwijk/Tuindorp. Normaal gesproken is er veel belangstelling voor deze cursus. Nu ligt alles vanwege corona plat.
Digitale wandelingen
Toch zit het Gilde niet helemaal stil. Er zijn enkele digitale wandelingen in voorbereiding. Henk: ‘Als proef heeft een van de rondleiders het voortouw genomen voor een digitaal project met de titel ‘De Utrechtse politie in de Tweede Wereldoorlog’. Het gaat over de aanslag op de politiechef van het Utrechtse corps, een NSB-er. Verzetsstrijdster Truus van Lier (voor veel Binnenstadbewoners een bekende naam) heeft hierin een heldenrol gespeeld, met als gevolg een tragisch einde voor haar.’
Via het scherm kom je op de plekken waar allerlei activiteiten hebben plaatsgevonden tijdens deze oorlog. Daarnaast heeft het Gilde een cursus met de naam ‘Leer Mij Utrecht Kennen’ over diverse onderwerpen, zoals de Romeinen en beroemde Utrechtse vrouwen.
Henk van Hilten vertelt graag over bijzondere architectuur © Iris Tasseron
‘Ik ben geboren in Utrecht en ging daar naar school. Nu woon ik in IJsselstein. Maar de liefde voor Utrecht, die ik als kind al had, is altijd gebleven’, vertelt Mieke Dorresteijn hoorbaar en voelbaar enthousiast. Ze is een van de jongste aanwinsten bij het Gilde.'
Zij begon in 2018, toen ze met prepensioen ging. Zij heeft altijd als onderwijzeres gewerkt op diverse basisscholen. De vraag wat ze zou gaan doen na haar pensionering was snel beantwoord. ‘Ik wil zowel fysiek als geestelijk actief blijven. En ik wilde iets met geschiedenis, want daarin heb ik met veel plezier les gegeven aan de bovenbouw van de basisschool.’
De combinatie van haar liefde voor Utrecht en haar belangstelling voor geschiedenis deed haar drie jaar geleden bij het Gilde belanden. Na een half jaar zelfstudie en heel veel door de stad lopen begon Dorresteijn in het najaar van 2018 met haar eerste wandeling als stadsgids.
Tornado in 1674
Intussen heeft ze ondanks corona zo’n 20 rondleidingen in de binnenstad gedaan, zowel voor het Gilde als privé met familie of vrienden. Het liefst loopt Mieke verschillende wandelingen. Zo kun je vanaf het Domplein alle kanten op: naar noord, oost, zuid of west. In alle richtingen valt er lopend veel te zien en te vertellen.
Dorresteijns specialiteit is, hoe kan het anders, de geschiedenis van het onderwijs vanaf de Middeleeuwen. Ze noemt het onderwijs aan geestelijken en burgers. ‘Hoe zag dat er uit en wie kwamen ervoor in aanmerking? Kregen weeskinderen ook onderwijs? Wat waren parochiescholen en armenscholen? Hoe en waarom is de universiteit ontstaan?’
Al lopend en kijkend langs grachten, door hofjes en steegjes, vertelt Dorresteijn er graag over en laat tastbare herinneringen met veel plezier zien. ‘En wist je dat niet alleen de Dom maar ook de Pieterskerk werd getroffen door de tornado in 1674? Daardoor gingen onder andere de twee torens van de kerk verloren.’
Kinderroute
Ze heeft ook een wandeling voor kinderen uitgezet, bedoeld voorkinderfeestjes of rondleidingen met basisschoolgroepen vanaf 9 jaar. ‘Ik heb de wandeling natuurlijk wel speels gemaakt om de aandacht vast te houden. Die is ook
interactief, met bijvoorbeeld raadsels.’ Ze kan niet wachten tot dat ze weer met de rondleidingen kan starten. ‘Ik wil graag weer wat meer doen dan thuis hobbyen en knutselen met de kleinkinderen. Ik zie ernaar uit om mijn collegagidsen van het Gilde weer te ontmoeten. Maar vooral wil ik mijn liefde voor de stad weer delen met de mensen.
Mieke Dorresteijn vertelt graag over het verleden van ‘haar’ stad © Luuk Huiskes
Zelf vindt Jan Bots het niet heel bijzonder dat hij voor het Gilde taalbegeleider is. Het is nuttig en eigenlijk ook gewoon leuk om vluchtelingen te helpen met het leren van Nederlands en alles wat daarbij komt kijken. Bots is ruim zes jaar als vrijwilliger actief bij het Gilde.
Hij kwam er terecht via de Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VVN). Daar had hij zich in 2015 gemeld. ‘Ik vind dat je vluchtelingen moet helpen, als ze in Nederland zijn toegelaten.’
Hij is met emeritaat, maar werkt nog steeds twee dagen per week voor zijn oud-werkgever, Universiteit Nyenrode aan de Vecht.
Cultuur proeven
Jan werd door het Gilde gevraagd taalbegeleider te worden. Hij startte met een alleenstaande Eritrese man, die hij ongeveer vier jaar heeft begeleid om zijn weg te vinden in de Nederlandse samenleving. ‘Ik sprak wekelijks met hem af, soms bij mij thuis. Vaker gingen we koffiedrinken op het Ledig Erf of we bezochten het Centraal Museum of de Open Monumentendag. Ik probeerde hem niet alleen Nederlands te leren, maar ook zich thuis te laten voelen in Utrecht.’ Dat is aardig gelukt, want inmiddels heeft de Eritreeër een baan gevonden en is hij verhuisd. Bots heeft nog steeds contact met hem. ‘Ik heb best wel wat voor hem kunnen betekenen en dat geeft mij ook voldoening. Je merkt hoe moeilijk het is als vluchteling, zeker uit Eritrea, om je in Nederland te settelen. Je moet een huis, een baan en... een vrouw vinden.’ Het verschil in cultuur speelt natuurlijk ook een rol. ‘Ik ben een keer met hem gaan eten in een Ethiopisch restaurant in Utrecht. Dat is letterlijk van een andere cultuur proeven.’
Nuttig werk
Nu werkt Jan ongeveer een jaar met een Syrische vluchteling. ‘Dat is heel anders. Hij heeft een gezin en wil vooral onze taal goed leren. Hij was in Syrië docent, loopt nu stage op een school en wil graag een baan als docent. Ik heb goede hoop dat dit gaat lukken, want hij spreekt al behoorlijk Nederlands en burgert snel in. Ik heb met hem afgesproken dat mijn ondersteuning op een gegeven moment klaar is.’
Ook daarna gaat Jan door als vrijwillig taalbegeleider. ‘Het is zowel voor de vluchtelingen als voor Nederland heel nuttig werk.’ Dat vindt Jan ook van het Gilde. ‘Dat werkt als een soort cement van de samenleving, want het verbindt mensen. Dat geldt overigens ook voor andere vrijwilligersorganisaties, zoals de vereniging Oud-Utrecht en ook de Binnenstadskrant.’
Jan Bots was taalbegeleider van een Eritrese man en bezocht met hem musea © Iris Tasseron