De pandhof van de Dom is de afgelopen maand op de schop gegaan. Onder de grond ligt nu een tank voor 500 liter water voor een computergestuurde beregeningsinstallatie. De indeling van de tuin is nagenoeg dezelfde, maar de kruiden hebben het veld moeten ruimen voor struikjes en bloemdragende planten. Rest de vraag hoe openbaar blijft de tuin. De toekomst zal dat uitwijzen.
De Pandhof is een van de grote trekpleisters in het centrum, ook de routeborden in de stad wijzen de weg naar dit erfgoed. Tot nu toe was de tuin ook het boegbeeld voor de Utrechtse Open Tuinendag. De laatste jaren, voor corona, stonden bewoners en toeristen ondanks de reguliere openingstijden regelmatig onverwachts voor een dichte deur op het Domplein.
De pandhof van de Dom is eigendom van de Universiteit Utrecht. Er zijn geen afspraken gemaakt tussen de gemeente en de universiteit over de (openbare) toegankelijkheid van de kloostertuin. Het is in die zin dus een privétuin.
Het voornemen van de universiteit is om dagelijks tussen 10 en 16 uur de tuin openbaar te houden. Maar de vraag is, gezien de drukke verhuurpraktijken vanuit het Academiegebouw, hoe dat uitpakt. De tuin wordt regelmatig benut bij lezingen, uitreikingen en congressen gerelateerd aan het academische leven.
Opknapbeurt
De universiteit heeft veel geld gestoken in het opnieuw inrichten van de oude kloostergang. Behalve het beregeningssysteem is de hele tuin voorzien van bokashi, een soort gefermenteerde compost die past binnen de duurzame tuin- en landbouw. De beplanting is vernieuwd. Buxushaagjes zijn vervangen door Lonicera, een struik die beter bestand is tegen ziekten en plagen. En er is een nieuwe Albizia, een Perzische zijdeboom geplant. Het onderhoud van de tuin is minder intensief dan die van de vorige tuin.
In de loop van de jaren is er heel wat gesteggeld over het onderhoud van de pandhof naast de Dom. De universiteit en de gemeente, en de vele bezoekers, waren maar wat blij toen eind jaren
70 burgers de tuin rigoureus verbeterden en onderhielden. Dat hielden de vrijwilligers vol tot eervorig jaar. De zaden voor de eenjarigen in de tuin werden opgekweekt door de hortus van de universiteit in De Uithof. Vrijwilligers hielden de perken mooi en schoon. De kloostergang werd een keer per week gedweild door een medewerker van het Academiegebouw. De VVV opende en sloot de deuren van de hof tussen dinsdag en maandag. En de vrijwilligers van de Dom kwamen zo nu en dan met koffie voor de tuinmannen en -vrouwen aan. Ook de gemeente droeg soms financieel een klein steentje bij. Een mooie samenwerking.
Zoveel uren als de vrijwilligers erin staken krijg je nooit terug. Erfgoedhovenier Hoefakker uit De Bilt zal in ieder geval het eerste jaar na renovatie het onderhoud op zich nemen.
De hovenier komt tweemaal per week met een bakfiets uit De Bilt naar onze historische binnenstad voor een onderhoudsronde in de Pandhof. De volle begroeiing van de voormalige kruiden-
en bloementuin is sinds de herinrichting verdwenen, de Pandhof zal tijd nodig hebben om weer ‘paradijselijk’ te worden.
Foto: De Pandhof twee jaar geleden in de tijd dat vrijwilligers o.l.v. Sies Jonkman de tuin meerdere keren per week onderhielden © Open Monumentendag Utrecht