De hoofdtaak van het Instituto Cervantes (IC) aan het Domplein is les geven in de Spaanse taal en het opleiden van docenten. Daarnaast biedt het Instituut een cultureel programma in samenwerking met gerenommeerde Nederlandse instellingen. Deze zomer hing op de gevel van het gebouw het spandoek ‘Vamos Utrecht’, want het instituut was nauw betrokken bij het naar Utrecht halen van de wielerronde 'La Vuelta Holanda'.
Directeur Pilar Tena vertelt hoe het is gegaan. 'Oud-burgemeester Jan van Zanen belde mij op en zei resoluut ‘We gaan samen werken aan de promotie van Utrecht voor de komst van 'La Vuelta Holanda'. Van Zanen wilde Spaanse les en iedere week ging er een leraar naar hem toe. Hij pakte het heel snel op. Ook werden plannen gemaakt voor samenwerking met Breda en s’-Hertogenbosch, steden die 'La Vuelta’ in augustus ook aandeed.’
© Luuk Huiskes
‘We stelden een randprogrammering met hen op: lezingen, een filmcyclus, een fototentoonstelling van beroemde schilderijen uit het Prado, het Rijksmuseum van Spanje en brachten een Spaans/Nederlands Wielerwoordenboek uit’. Inmiddels kunnen het Instituto Cervantes en de stad Utrecht terugkijken op een zeer geslaagd evenement.
Monumentaal pand
Het IC is een nationaal Spaans Instituut (1991) met meer dan 90 vestigingen in 45 landen met als doel verspreiding van de taal en cultuur van alle Spaanstalige landen. De vestiging in Utrecht werd in 1992 geopend in het voormalige ontmoetingscentrum voor Spaanse gastarbeiders, het Casa de España.
Het monumentale pand (architect M.E. Kuiler, 1913 ) - voorheen het dienstgebouw van de Hervormde Gemeente - werd in 1972 door de Spaanse Staat aangekocht. Spanje was toen een zeer arm land en er was grote werkloosheid. Generaal Franco vreesde onrust en sloot rond 1960 contracten af met verschillende landen; de elders verdiende deviezen kon Spanje goed gebruiken.
Casa de España
In Utrecht waren de Spanjaarden werkzaam bij o.a. de Demka, Nedal en Werkspoor en ze bouwden mee aan Zuilen, Kanaleneiland en Overvecht. De nieuwkomer kon in Casa de España terecht met zijn vragen, kon Nederlands leren, de kinderen volgden Spaans basisonderwijs en er was medische hulp. En de arbeiders organiseerde zich in ons vrije land, kregen zelfs les in democratie via hun eigen radiostation, maar werden wel in de gaten gehouden, ook nog na Franco (bron: Andere Tijden, 10.11.2015).
Uitbreiding en samenwerking
Tena is directeur sinds 2017. Het is haar eerste post bij dit Spaanse nationale instituut. Wooonachtig in Amsterdam, omdat haar man daar werkzaam was, dacht ‘Why NOT’, toen zij de functie zag. ‘Het eerste wat mij trof was, het feit dat het Instituto Cervantes niet in de hoofdstad of in Den Haag gehuisvest is, zoals het Goethe Instituut en het Institut Français des Pays Bas. Mijn eerste doel werd uitbreiding en ik ging een gesprek aan met de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA). Het was:'the right time, right place'! We pasten precies in het OBA-project; het Huis van alle Talen, waar ook de twee eerder genoemde instituten al in opgenomen waren. Het werd een succes'. In het nieuwe seizoen start het IC ook in Rotterdam.
Het vijfjarig contract af van Tena in Utrecht zit er op. Ze gaat het IC in Athene leiden. ‘Wat ik jammer vind, dat er geen tijd was om Nederlands te leren. Met de doelen die ik voor ogen had, was dit niet haalbaar. Verder hoop ik dat mijn opvolger het Platform Spaans voortzet, dat in mei gelanceerd werd. Hiervoor hebben vele instanties zich gebundeld met als doel het Spaans een plaats te geven in onderwijs, in onderzoek, in de vertaalwereld en in de media in Nederland'.
Wat was haar topervaring in Utrecht: 'De vier Spaanse vlaggen op de Domtoren, geweldig, wat een mooi afscheid'!
Foto Pilar Tena tot eind dit jaar nog directeur van Instituto Cervantes @Luuk Huiskes