Bij de inrichting van de openbare ruimte heeft de historische Binnenstad een streepje voor. De gemeente gaat hier uit van het hoogste niveau qua vormgeving en materiaalgebruik. ‘De Binnenstad moet net iets meer bijzonder zijn dan andere wijken’, vertelt Fred Nuwenhuis, manager Stadsteam Stadsbedrijven.
Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud, maar heeft meer dan 20 jaar ervaring met straatmeubilair en bemoeit zich daar nog geregeld tegenaan. 'Denk voor de oude Binnenstad aan het toepassen van natuursteen in plaats van beton, of een nét iets mooiere zitbank’. Bijna overal klinkers. In de stad is 5 procent (waaronder de Binnenstad) Domstadallure, 80 procent Domstadkwaliteit, 15 procent Domstad+.
Deze voorschriften staan in het Handboek Openbare Ruimte, dat leidend is bij veranderingen in de openbare ruimte. In de pil met 377 pagina’s staan inrichtingsprincipes, goedgekeurde standaardproducten en technische eisen.
Voor het Stationsgebied geldt: andere materialen, kleuren en elementen. Andere bestrating, moderne strakke paaltjes en verlichtingsarmaturen, grote zitbanken, andere hekwerken en balustrades. Plus informele betonnen zitelementen. Ook op de vernieuwde Tolsteegbarrière staan moderne elementen.
‘Voor alles geldt: het moet goed voldoen aan het gebruik. Voor een bank, waar je lekker wilt uitrusten en genieten van het uitzicht, gelden andere eisen dan voor een ontmoetingszitplek. Zo zijn de betonnen smarties op het Domplein niet comfortabel maar goed genoeg om even op te zitten. Bovendien zijn ze makkelijk te verplaatsen bij evenementen als Dodenherdenking’.
Bijzonder bankje
De nieuwe banken in de Binnenstad, o.a. op de bruggen, zijn mooi en comfortabel met poten van gecoat gietaluminium en een hardhouten zitting. Een bijzonder bankje staat op de Vollersbrug bij de Twijnstraat. ‘Het heeft een heel eigen stijl en is een proefopstelling van de leverancier. Het staat er zo'n vijf jaar, maar begint nu tekenen van verloedering te vertonen’. Hot spot is de bank rond de boom op de kruising Zadelstraat/Choorstraat. ‘Hier werd veel afval gedumpt. We hebben toen een proef gedaan met ronde zitelementen. Dat bleek een succes, vervolgens hebben we een definitieve ronde bank geplaatst. Deze wordt intensief gebruikt'. Net als die op het Stadhuisplein.
In de onlangs gerenoveerde Pandhof Sinte Marie, nu Maria Major, experimenteert de gemeente met losse stoelen, net als in Parijs. ‘We bekijken of dit werkbaar is. De beheerder, die 's avonds de hekken sluit houdt de situatie in de gaten’.
Binnenstadservaring
De gebouwen, grachten en werven geven de Binnenstad haar historisch karakter. Essentieel voor de Binnenstadservaring is ook de ruimte tussen de gebouwen en de inrichting daarvan. Deze openbare ruimte biedt plaats aan fietsen, wandelen, sporten, spelen, autorijden, ontmoeten, parkeren, winkelen.
Gebruikers hebben verschillende wensen. Bovendien wordt het steeds voller met mensen en objecten. Bomen, wegen, kabels en leidingen, banken, afvalbakken, speeltuinen, openbare verlichting en veel meer andere dingen hebben een plek nodig. Dat vraagt om een goed ontwerp en overzicht van alle objecten in de openbare ruimte.
Om een beeld te geven: in onze stad, inclusief Leidsche Rijn staan 65.000 lichtmasten, 4.500 speeltoestellen, 210 verkeerslichtinstallaties, 160.000 bomen, 6.300 afvalbakken en 5.400 zitbanken, 1.650 bloembakken, 65 watertappunten en 18.500 straatnaamborden.
De commissie Beheer Inrichting en Gebruik beoordeelt de plannen voor straatmeubilair. Beheer kijkt naar duurzaamheid en onderhoud, Inrichting beoordeelt of iets past in de omgeving. Gebruik onderzoekt of het voorstel voldoet en bijvoorbeeld lekker zit. In deze commissie zitten medewerkers vanuit verschillende gemeentelijke afdelingen, ook de politie, brandweer en bewoners.
Volgens Fred Nuwenhuis, als manager Stadsteam verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud, straalt het straatmeubilair eenheid uit. ‘Het is herkenbaar, met een Utrechtse handtekening. Knipogen zoals een stoplicht met nijntje, of twee dames hand-in-hand zijn aardige voorbeelden’.
Hij vindt het jammer dat het overal zo vol wordt. ‘Pleinen als de Neude of de Mariaplaats mogen best wat leger. Ook pleit ik voor meer multifunctionele plekken, zodat deze de hele dag door voor verschillende activiteiten kunnen worden gebruikt en niet bijvoorbeeld voor een uur ‘zitten’ per dag’.
Big Belly
Afvalbakken domineren het straatbeeld. Door de toenemende drukte en de hoeveelheid feesten en festivals puilen ze bovendien regelmatig uit. Statiegeldvissers laten vaak hun sporen na doordat ze het deurtje open laten staan of de bak eruit laten hangen. De gemeente is nu bezig met een proef met 'doneerbeugels', waar voorbijgangers hun blikjes en flesjes in kwijt kunnen. Zo zijn ze makkelijk te vinden voor de statiegeldvissers. De bakken zelf worden steeds groter, waardoor ze minder vaak moeten worden geledigd. In parken en elders staat tegenwoordig de Big Belly. Dat is een slimme bak met afvalpers en zonnepaneel, die online doorgeeft wanneer die vol is. De bakken moeten antracietkleurig zijn. Nuwenhuis zou liever een opvallender kleur zien. ‘Dan zouden ze waarschijnlijk beter worden gebruikt; nu vallen ze niet op’.
Nekkenbrekers
De ‘Utrechtertjes’ (die ze in Amsterdam ‘Amsterdammertjes’ noemen….) komen oorspronkelijk uit Vlissingen, worden daar nog steeds gemaakt. Het verhaal gaat dat ze een kanonsloop met kogel voorstellen. Beleid is om ze, waar mogelijk, weg te laten. Dat lukt niet altijd in verband met de veiligheid van voetgangers, het weren van vrachtwagens, of bijvoorbeeld het behoud van een zonnescherm.
De stenen paaltjes langs de grachten heten ‘Nonnetjes’ door hun ronde bovenkant en de rij waarin ze staan. Nuwenhuis: ‘Eigenlijk zijn het nekkenbrekers’.Door de onderliggende gewelven kunnen de paaltjes niet diep gefundeerd worden, waardoor ze regelmatig worden omvergereden. Een straatploeg is continu bezig om dit te herstellen. Hier en daar zie je ook nog oude stalen bolders of keien langs de gracht als afscherming.
Pyke Kochmasten
In de oude Binnenstad wordt het model Pyke Koch veel toegepast. Het armatuur heeft een ontwikkeling doorgemaakt van kaars, gas naar elektra. In de loop der jaren is ook de vormgeving wat aangepast, maar de mast is al 150 jaar origineel. De lantaarns langs de grachten, geplaatst op gebeeldhouwde sokkels zijn typerend voor de Binnenstad. De stegen hebben een apart armatuur met wandbevestiging.
De gemeente heeft het liefst helemaal geen masten. Die staan altijd in de weg en vragen veel onderhoud. Bij de Viestraat hangt nu verlichting aan staaldraden, van gevel tot gevel. Om lichtvervuiling te voorkomen worden op diverse plaatsen schermpjes geplaatst in het armatuur om uitstraling naar mens of natuur tegen te gaan.
Rubbertegels
De Binnenstad kent ook diverse openbare kinderspeelplaatsen. De gemeente heeft raamcontracten met verschillende leveranciers. Afhankelijk van de situatie valt de keus op uitvoering in hout, staal of kunststof. Het Handboek Openbare Ruimte stelt hoge eisen aan de veiligheid en het onderhoud. Ook zijn er verschillende opties voor een veilige ondergrond zoals rubbertegels.
Gouden opdruk
Het aantal verkeersborden en masten is Nuwenhuis een doorn in het oog. ‘Door bijvoorbeeld met zones te werken, in plaats van om de 10 meter een bord, zou je veel borden kunnen besparen. En door borden op één mast samen te voegen krijg je ook een rustiger beeld. Ook bij verkeerslichten kun je vaak combinaties maken met straatverlichtingsmasten’.
De wegwijzers zijn onlangs opnieuw ontworpen en in antraciet met gouden opdruk uitgevoerd. Een bestemming wordt pas vermeld als de toerist enigszins in de buurt is. Anders zouden er te veel verwijzingen komen.
Sedumdak
De bushokjes hebben de afgelopen tijd een behoorlijke gedaanteverandering ondergaan. Het zijn strakke transparante abri's geworden, die – afhankelijk van de situatie – worden samengesteld uit standaardelementen. Belangrijk daarbij is dat de buschauffeur goed zicht heeft op wachtende passagiers. Zo zal het reclamebord zich altijd achterin bevinden, gezien vanuit de rijrichting. De laatste jaren worden de abri's uit milieuoverweging uitgerust met een sedumdak. Niet elke halte kent een abri: soms is er geen ruimte of vindt men het niet passend.
Tegen opwarming
De krenten in de pap zijn de bijzondere objecten in de openbare ruimte. Denk aan kunst in de openbare ruimte, zoals beeldengroepen, installaties, muurschilderingen en dergelijke. Het onderhoud van de kunst buiten gebeurt door de Kunstwacht. De gemeente heeft een contract met deze onderneming om de kunst in goede staat te houden.
En dan zijn er natuurlijk de fonteinen, zoals bij de Stadsschouwburg of in de singel, maar ook op het gerestaureerde Maria Majorplein. Deze maken de stadbeleving compleet en zijn ook een steeds belangrijker instrument om de gevolgen van de opwarming te verzachten. Om bevriezing te voorkomen wordt het water tussen 1 november en 1 april afgesloten.
Foto's: Ton Verweij