De geluidsnormen voor buitenevenementen worden voorlopig nog niet strenger. Weliswaar is het onderwerp in de commissie Stad & Ruimte van 10 juni op verzoek van burgers aan de orde gekomen, maar wethouder Eerenberg (milieu en gezondheid) komt na de zomervakantie pas op dit onderwerp terug.
Nu mag het geluid bij een buitenevenement – een festival bijvoorbeeld – maximaal 80 decibel zijn. Die waarde wordt op de buitengevel van omliggende woningen gemeten. De Utrechtse Stichting tegen Geluidshinder vindt dat die norm stukken omlaag moet, naar 60 of 70 dB. Net als in Amsterdam en Rotterdam. 80 decibel wordt als hinderlijk ervaren en kan het gehoor schaden.
Ook moet, zo vindt de UstG dat rekening worden gehouden met de duur van het geluid en de afstand tussen het evenement en de woningen. Daarnaast zou de geluidsisolatie van de omliggende panden een rol moeten spelen bij de normering. Immers, de Binnenstad kent veel oude panden die slecht geïsoleerd zijn. Daardoor komt geluid daar harder binnen dan bij tiptop nieuwbouw. Alles bij elkaar reden voor de stichting tegen geluidshinder om de gemeenteraad te vragen het college opdracht te geven de geluidsregels aan te passen.
Dat het onderwerp op de agenda stond, is de verdienste van die stichting. Die heeft dat geregeld via een zogeheten burgeragendering. Daarvoor is nodig dat minstens 100 mensen de gemeenteraad verzoeken een onderwerp tijdens een commissievergadering te bespreken. Op 18 december overhandigde Ben Nijssen (foto) namens de UstG tijdens Sharon Dijksma’s eerste raadsvergadering de petitie aan de burgemeester.
Streven is om de geluidsoverlast voor Binnenstadsbewoners te verminderen. Herrie leidt namelijk tot gezondheidsproblemen. GroenLinks, Christen Unie en Partij van de Dieren waren het, mede om die reden, eens met het stellen van strengere normen. D66, VVD en Student & Starter niet. Volgens hen kan een groot aantal evenementen dan niet meer doorgaan.
Het CDA onderschreef dat de huidige hoge geluidniveaus schadelijk voor de gezondheid zijn. Maar voordat de gemeente de normen bijstelt, moet volgens deze partij de handhaving worden verbeterd en de metingen openbaar gemaakt. De christendemocraten vinden dat overleg tussen organisatoren en omwonenden móet. De PvdA vroeg om een lijst van evenementen die zouden komen te vervallen bij strengere normen.
Volgens de voorstanders van strengere normen hoeven deze niet nadelig te zijn voor de beleving van een evenement. Tegenstanders zien een oplossing in betere isolatie van panden en in spreiding van evenementen over de (Binnen)stad. Beide groepen gaan ermee akkoord dat (strengere) normen voor geluidsoverlast aan de orde komen als de gemeenteraad praat over evenementenlocaties.
De gemeente stelt namelijk met organisatoren en bewoners zogeheten locatieprofielen op. Daarin staat wat de beste plek is voor een bepaald evenement en wat op zo’n plek dan is toegestaan. Zo’n omschrijving komt er voor 39 plekken in de stad waar buitenevenementen (kunnen) plaatsvinden.
Ted Zorn namens UstG stelde dat het bij de inbreng van bewoners over locatie profielen niet mogelijk was geweest de geluidnormen ter discussie te stellen, dat er apparatuur bestaat waarmee je live metingen toegankelijk en duidelijk kunt maken en dat er meer mogelijkheden zijn om de geluidbelasting op gevels te verminderen, bijvoorbeeld door het geluid met meerdere boxen over het evenementen terrein te spreiden.