Tijdens de zomermaanden openen de vrijwilligers van de Stichting Kerken Kijken de kerken in onze wijk. Al veertig jaar lang is daardoor de culturele rijkdom voor iedereen toegankelijk. Meer dan 200 gidsen staan vanaf aanstaande zaterdag 1 juli t/m 10 september klaar. 11 kerken in de Binnenstad zijn (bijna) dagelijks open.
Je zou kunnen zeggen dat er deze zomermaanden zomaar elf musea in de Binnenstad toegevoegd zijn. Gratis, dankzij een gemeentelijke subsidie en de inzet van 200 vrijwilligers. Getrainde gidsen heten je welkom. Een rondleiding kan, alleen vragen laten beantwoorden ook.
De bezoekers bestaan voornamelijk uit toeristen; nationaal en internationaal. Maar ook Utrechters komen naar de kerken. Het project trekt per jaar meer dan 50.000 bezoekers. Daarbij is de Domkerk nog niet meegerekend, die in dezelfde periode meer dan 70.000 bezoekers telt.
Een kerk staat voor rust. Er zijn oogstrelende glas-in-loodramen, orgels, houtsnijwerken, beschilderde tongewelven, marmeren beelden, kleurige rijk gedecoreerde pilaren en veel meer. En niet te vergeten bijzondere verhalen over vroeger tijden, het verblijf in een kerk kan een tijdreis worden.
Interieur van de Pieterskerk © Nina Slagmolen
Bezoekers in de Domkerk bij het Praalgraf van Willem Joseph van Ghent uit 1676 © Luuk Huiskes
Een tipje van de sluier
In de zuidelijke binnenstad staat de Nicolaaskerk. In het bouwjaar 1110 een romaanse kruisbasiliek op een kruising van waterwegen, namelijk de Kromme Rijn en de in de 12e eeuw gegraven Vaartse Rijn en de Oudegracht.
Patroonheilige Sint Nicolaas beschermde zeelieden, dus ook de omwonende vissers, schippers en handelslui.
In 1429 werd er een uurwerk in de zuidtoren geplaatst. Het bijhouden van de tijd was handig in verband met de religieuze verplichtingen, maar ook voor de handels- en havenactiviteiten. Het uurwerk is in 1585 vervangen door een uurwerk van G. Wouters en staat tegenwoordig opgesteld in de Nicolaaskerk voor bezichtiging.
De kerkbanken zijn versierd met de wapens van de Staten van Utrecht, de stad Utrecht, de vijf Utrechtse kapittels en de stichtster van de fundatie van Renswoude. Zij had als weldoenster voor de minder bedeelden in de stad ook een eigen bank in de kerk.
De twee orgels zijn afkomstig van de Deense firma Marcussen. Die combineerde oude renaissance en barokke elementen met nieuwe orgelbouwtechniek.
Een totaal kunstwerk
Aan de tegenwoordige Minrebroederstraat, tussen de omringende bebouwing, verrees in 1877 een neogotische, hoge en slanke kruisbasiliek.
De architect, Alfred Tepe (1840-1920), had rekening te houden met de onregelmatige vorm van het bouwperceel. Dat leidde er onder meer toe dat de dwarsbeuken niet verder uitsteken dan het schip van de kerk, wat ongebruikelijk is. Ook is het middenschip vrij kort (namelijk vier traveeën) en het koor ondiep.
Pas vijfentwintig jaar erna volgden in verschillende fasen de rijke beschildering, meubilering en glas-in-loodramen die er nu te zien is.
Tepe was lid van het Utrechtse Sint Bernulphusgilde, een vereniging van katholieke heren die de kerkelijke kunst wilden doen herleven. Oprichter was pastoor Gerardus Wilhelmus van Heukelum (1834-1910), die een voorliefde voor de gotiek had. Van Heukelum omringde zich met kunstenaars die in de geest van de Middeleeuwen en de gotiek werkten; een 19e-eeuwse variant van de gotiek, de neogotiek.
In 1967 moest de St. Willibrordkerk sluiten wegens terugloop van parochianen. Het aartsbisdom Utrecht verkocht de kerk aan de katholieke particulier A.J. Lisman die de kerk wilde behouden. Hij kreeg hulp van pater Winand Kotte die de kerk vanaf 1971 huurde en er weer missen hield. Hoewel het gebouw gered was, nam het verval in de loop van de jaren steeds verder toe.
De kerk moest ofwel gesloopt ofwel gerestaureerd worden. In 1986 besloot pater Kotte de kerk te kopen en geld in te zamelen voor een restauratie. Dankzij twee rijkssubsidies in 1996 en 2002 kon de klus geklaard worden en werd de kerk in 2005 heropend.
Een adembenemende veelheid aan vakkundig uitgevoerde decoraties pronkt in deze kleurrijke neogothische kerk. De doopkapel wordt afgesloten door een prachtig smeedijzeren hek van siersmid Albertus Kniep. Op de spijlen van het hek zijn slangen afgebeeld. Zij verwijzen naar de Satan, die als slang Eva en Adam verleidde tot het eten van de vrucht van de ‘boom der kennis van goed en kwaad’. Door deze eerste zonde werd de mensheid sterfelijk en behept met de erfzonde. Verlossing van de erfzonde is mogelijk door de doop. De slangetjes in het hek van de doopkapel vluchten weg voor het doopwater.
In 1890, toen de kerk in gebruik werd genomen, vond de geestelijkheid het nodig een aparte deur (links) naar de doopkapel aan te brengen. Pasgeboren baby’s en andere dopelingen, die nog de erfzonde droegen, werden via het portaal direct in de doopkapel gebracht en konden zo niet de kerkruimte ontheiligen.
Bezoeker in de Pieterskerk © Nina Slagmolen
En zo zijn er verhalen te over. Kerken Kijken Utrecht hoopt inzicht te geven in de religieuze tradities en gebruiken van de stad. Elke kerk heeft zijn eigen verhaal en kent eigen rituelen.
Dit jaar is de Augustinuskerk aan de Oudegracht nog in renovatie. Maar volgend seizoen Kerken Kijken is onder andere ook deze bijzondere kerk te bezoeken.
Meer informatie Kerken Kijken Utrecht
Foto bovenin De Domkerk © Luuk Huiskes