Navigatie menu
zoeken
Slavernijverleden kleeft vooral aan Janskerkhof
Slavernijverleden kleeft vooral aan Janskerkhof
 [ACHTER HET] NIEUWS  Slavernijverleden kleeft vooral aan Janskerkhof
Ineke Inklaar |
4 augustus 2021

Slavenhandel en slavernij – de stad Utrecht lijkt daar op eerste zicht geen bemoeienis mee te hebben gehad. Uit recent onderzoek blijkt dat wel degelijk het geval.

De elite bestuurde mee in de VOC hier en in de koloniën, duizenden gewone Utrechters monsterden aan op VOC-schepen. Bestuurders en kooplieden hadden aandelen in plantages in Azië en ‘De West’ en waren medeplichtig aan de uitbuiting en het verhandelen van slaven. Dat staat in het boek Slavernij en de stad Utrecht.
Zo vergrootten de notabelen hun fortuin en konden ze luxueuze panden kopen. Het boek noemt het gebied tussen Janskerkhof en Nieuwegracht ‘het zenuwcentrum van Utrechtse slavernijbelangen’. Een aantal van die huizen is nog steeds in de Binnenstad te vinden.

Fotografie: Herman van Doorn

Kromme Nieuwegracht 3-5
Belle van Zuylen (1740-1805) verbleef ’s winters aan de Kromme Nieuwegracht 5. De familie Van Tuyll van Serooskerken heeft fortuin vergaard met slavenarbeid, transport en -handel in de Aziatische en Surinaamse koloniën. De familie van moeders kant is rijk geworden met de verkoop van tabak en peper uit Azië.KrommeN3tot5

 

Kromme Nieuwegracht 29
Daniël François Schas vestigde zich rond 1811 aan de Kromme Nieuwegracht. Hij had daarvoor in Suriname gewoond waar hij plantages bezat. Zijn laatste plantage, Esthersrust, verkocht hij in 1853, tien jaar voor de afschaffing van de slavernij. De prijs was 32.500 gulden, goed voor zo’n 158 slaafgemaakten.

KrommeN29

 

Kromme Nieuwegracht 35
Hier woonde Lisette van Wicky van Corrivont, geboren in wat nu Guyana is. Haar vader was plantage-eigenaar en slavenhandelaar, haar moeder mogelijk een (vrijgemaakte) slavin.
KrommeN35

 

Kromme Nieuwegracht 80
In 1712 en 1713 werd aan de Kromme Nieuwegracht onderhandeld over de Vrede van Utrecht. Het akkoord maakte een einde aan godsdienstoorlogen in Europa, maar gaf een boost aan de slavenhandel. Engelse diplomaten verwierven het exclusieve recht om Afrikaanse slaafgemaakten te verkopen in Spaans-Amerika.
KrommeN80

 

Janskerkhof 12
Op Janskerkhof 12 woonde het echtpaar Lucas van Voorst (1670-1738) en Justina de Moor (1686-1758). Hun welstand dankte het echtpaar onder meer aan handel in de koloniën en belangen in de VOC en WIC. Zo handelde Lucas van Voorst veelvuldig in aandelen in deze compagnieën en was hij in het bezit van een suikerraffinaderij.
janskerkhof12

 

Janskerkhof 13
Gideon Boudaen (1686-1744) werd door de VOC naar Noord-West India gestuurd om de handel daar te bewaken. Later werd hij opperkoopman in Batavia en daarna ‘opperhoofd’ van Japan. In 1719 – inmiddels bewindhebber van de VOC - huurde hij het pand aan het Janskerkhof.
Jan van Voorst kocht het huis in 1765, nadat hij zeven jaar lang directeur-generaal was geweest van de WIC in Elmina, in het huidige Ghana. Jan van Voorst liet 275 slaven verschepen naar Suriname, waar hij ze voor 103.939 gulden verkocht.
janskerkhof13def

 

Janskerkhof 15a, 23, 24, 25
Jean Nepveu was gouverneur van Suriname, waar hij zeven plantages bezat. Zijn zoon Laurens Jan erfde de plantages La Singularité en Ma Retraite plus een fors bedrag, waarmee hij Janskerkhof 15a kocht. Zijn nichtje kocht het huis op nummer 25, zijn zoon werd eigenaar van nummer 24 en zijn kleinzoon nummer 23.

Janskerkhof 15a
janskerkhof15a

Janskerkhof 23
janskerkhof23

Janskerkhof 24
Janskerkhof24


Janskerkhof 17
Dit is het geboortehuis van Jacob De Petersen, slavenhandelaar in Curaçao en Elmina (West-Afrika). Hij had tot 1739 een hoge functie in de WIC. De familie van grootmoederskant had belangen in Azië (bestuur en handel van de VOC), en West-Indië (slavenhandel, plantages, suiker- en koffiehandel). Na de dood van zijn moeder in 1712 en de opsluiting van zijn vader vanwege psychische problemen werd hij opgevangen door deze familie Bicker.
janskerkhof17


Nieuwegracht 63
Dirk Wernard van Vloten, bewoner van Nieuwegracht 63, bedacht de zogeheten negotiaties. Hij liet rijke adel beleggen in plantages. Eind achttiende eeuw stroomde zo 80 miljoen gulden naar plantages in Suriname en Guyana. Planters moesten hun producten naar Nederland verschepen.
Nieuwegr63 


Nieuwegracht 69

Georg Beens (1699-1779) was koopman en resident van een handelspost op Celebes. Daar heerste hij als een potentaat. Hij regelde slaventransporten vanuit Makassar en pikte op zee schepen in; de opvarenden stuurde hij als slaven naar Batavia - jaarlijks zo’n 180 tot 200 personen. In 1749 keerde hij terug naar Nederland.
Nieuwegr69

 

Drift 27
Joan Loten (1710-1789) had 25 jaar een succesvolle loopbaan binnen de VOC. Hij woonde en werkte op Java, Celebes en Ceylon. In 1758 keerde hij terug met een geschat vermogen van 700.000 gulden. Na een periode in Londen vestigde hij zich op de Drift (nu UB).  
Tot zijn personeel behoorde een ‘Indische’ vrouw: Sitie. Loten had haar gekregen van een vorst van het eiland Celebes. Sitie kreeg in zijn testament een jaargeld van 220 gulden. Van haar is geen achternaam of geboortedatum bekend.
drift27

 

Lucasbolwerk
Waar nu de schouwburg staat, werd in 1721 het Suikerhuis opgericht. Hier werd tot 1744 ruwe suiker van de plantages verwerkt tot witte luxe suiker. De productie in de West was gevaarlijk: suikerriet werd gekapt en daarna in molens uitgeperst. Daarin kon een slaaf met hand of arm vast komen te zitten. Met een bijl afhakken was dan de enige oplossing.

Minrebroederstraat 16
Hier woonde Sara Sibilla Verdion (1709-1767). Haar vader was in Batavia onderkoopman bij de VOC; zelf bezat ze aandelen in een plantage. Met haar echtgenoot Willem Hendrik Lons, koopman bij de VOC, ging ze in 1736 in Utrecht rentenieren. Een van hun bedienden, aangeduid als de ‘swarte meyt’ Sibilla van Batavia, ging mee. In haar testament droeg Verdion haar beide kinderen op ieder jaar 50 gulden aan Sibilla van Batavia te geven of haar kost en inwoning te geven.
Minrebr16


Wittevrouwensingel 1

Toen de slavernij werd afgeschaft, kregen plantage-eigenaren compensatie voor het verlies van de slaven daar: 300 gulden per persoon. Christiaan Willem Weidner (1832–1879), eigenaar van de plantage Goossen in Suriname, ontving ruim 24.000 gulden.

 

www.sporenvanslavernijutrecht.nl
Vanaf het najaar kunnen mensen zich hier ook aanmelden voor wandelingen rond dit thema.
Nancy Jouwe, Matthijs Kuipers en Remco Raben: Slavernij en de stad Utrecht, 2021

 

 

 

 

 

< naar nieuws-overzicht

Scrhijf je in voor de nieuwsbrief
Eerder verschenen papieren uitgaven
Sinterklaas' nieuwe ‘jasje’
Van opwinding tot kippenvelnummer
Vrolijke mandarijn op de Lange Viestraat