46 procent van de winkeliers in de Binnenstad houdt de deur dicht tijdens de openingstijden. Dat vinden de PvdD, GroenLinks en VOLT niet genoeg. Dat betekent immers dat de helft van de deuren nog steeds openstaat, wat zorgt voor energieverspilling.
Overigens is dat al iets beter dan het was: november vorig jaar was er een actie om winkeliers te motiveren de deuren te sluiten tijdens openingstijden. Dat had resultaat:: voordien deed slechts 31 procent van de Binnenstadsondernemers dat.
De partijen wijzen erop dat de gemeente vorig jaar in een motie van de gemeenteraad ook werd opgeroepen actie te ondernemen tegen niet duurzame terrasverwarming, lichtvervuiling en videoschermen. Wat is daarvan terechtgekomen?
Ze vragen het college van B en W of het een idee is om openstaande winkeldeuren via plaatselijke wetgeving te verbieden. ‘Dit levert immers winst op voor de portemonnee van de ondernemers en voor het klimaat in de winter – als verwarming aanstaat – en in de zomer – als de airco loeit’.
De terrasheaters noemen de drie partijen een heikel punt. Amsterdam onderzoekt of lokale wetgeving ze kan verbieden. Hoe staat Utrecht daartegenover? En: als verbieden te lang duurt, is het college dan bereid ondernemers te vragen de niet duurzame verwarming uit te zetten?
Hoog Catharijne heeft overigens al maatregelen genomen: de roltrappen staan na sluitingstijd van de winkels en restaurants uit.
foto's: Luuk Huiskes