Nijntje is weer terug in haar hol. Alleen is dat nu veel groter geworden. Voor kinderen die op bezoek komen, is er daardoor veel meer te beleven. Publiek kan er vanaf donderdag 22 juni terecht.
Het museum voor 2- tot 6-jarigen, dat in 2016 is geopend, is grondig verbouwd. En flink uitgebreid: meer dan dubbel zo groot. Met 900 m2 over drie verdiepingen.
Het bleek al snel na oplevering te klein voor het aantal bezoekers - zo'n 3200 per week. Voor Binnenstadsbewoners waren de grootouders met kinderen in de wachtrij een vertrouwd gezicht. Na 1,5 jaar verblijf in de oude bieb aan de Oudegracht is het terug aan de Agnietenstraat, tegenover het Centraal Museum waar het onderdeel van uitmaakt.
Het museum heeft nu een dikke kont: het is naar achteren, richting Willem Arntsz, uitgebreid. Nu zijn er themaruimtes in de sfeer van Dick Bruna: de tuin van Jan (waar het draait om tellen en fruit plukken en ruiken) en de winkel van Betje.
Kinderen kunnen zich verkleden als een van de personages uit de getekende boekjes, zelf tekenen of verven en in een soort verkeerstuin spelen. Daarnaast is er een museumcafé en prikkelarme cabines voor kinderen met een beperking.
Wat overeind bleef: het museum is geen echt museum waar kinderen eerbiedig en stil moeten zijn. Spelend leren over kunst, taal en beweging staat nog steeds centraal. In een rondom-projectie met Boris de beer leren kinderen de namen van dieren en kleuren. En om niet te vergeten hoe het allemaal begon: in elke ruimte is werk van de Utrechtse kunstenaar te zien.
De verbouwing van het nijntje museum kostte 7 miljoen gulden. Pand is rolstoelvriendelijk. De verwachting is dat er jaarlijks 200.000 bezoekers komen.
Foto © Luuk Huiskes