Bij de bouw van TivoliVredenburg is lang nagedacht hoe dit beter opgelost kon gaan worden. Hoe de aanvoer nu gaat, zullen velen niet eens weten. En dat ’t niet opvalt is goed nieuws, want dat betekent dat ze er geen last van hebben. Pieter Bouthoorn en Annemieke Oud leiden de Binnenstadskrant rond door de immens grote expeditiekelder onder TivoliVredenburg. In deze kelder zijn negen parkeerlanen voor de grote vrachtwagens en touringcars die het muziekcentrum tegelijkertijd kunnen aandoen. Voor de bussen zijn er voorzieningen aangebracht zoals een stopcontact, een wateraansluiting en een douche voor de chauffeur. Voor de musici die met de bus naar TivoliVredenburg worden gereden, is de expeditiekelder de eerste kennismaking.

Kont naar achter
De touringcars met bezoekers hebben overigens een plek gekregen aan de overkant van de singel waar de mensen uit kunnen stappen. Vervolgens moeten de bussen naar een parkeerplek elders in de stad rijden. Bussen en trucks samen vergen al heel wat opstelruimte, maar die vrachtwagens moeten daar in die kelder ook nog eens kunnen keren. Dit heeft indertijd heel wat tekenwerk gekost om te voorkomen dat na de bouw zou blijken dat de kelder te klein is.

De vrachtwagens moeten met hun achterzijde naar het laadplatform komen te staan. Dat ligt op hetzelfde niveau als de lift en voorkomt zo onnodig tillen. Voor de soms wel heel grote stukken – een vleugel of decor - is een grote lift gebouwd waarmee deze stukken naar de verschillende zalen kunnen worden getransporteerd.

De aanrijroute voor de vrachtwagens loopt via de Paardenveldbrug, daarna via de hellingbaan langs de Catharijnekade aan de kant van Wijk C. Vóór het voormalige Staffhorstgebouw gaan de wagens ondergronds, onder de busbaan op het Vredenburg door en zo de expeditiekelder in. Dit kan het gehele etmaal doorgaan. Om ’s nachts lawaai en overlast voor de bewoners op de Catharijnekade te voorkomen, rijden de wagens op werfniveau onderlangs en niet op straatniveau.

Daarom ook begint en eindigt de hellingbaan bij de Paardenveldbrug, zodat het gebrom van vrachtauto’s op het schuine stuk niet de woningen binnenkomt. Omdat er slechts één rijbaan is, moet het komende en gaande verkeer goed geregeld worden door Pieter en zijn collega’s. Zij werken in ploegendienst zodat steeds iemand aanwezig is. Komende wagens moeten zich melden en er is één opstelplaats vlak voor de hellingbaan. Als er meer vrachtwagens in aantocht zijn, moeten die al eerder tegengehouden worden en wachten tot de ander voorbij is. Hiervoor is een wachtstrook aangebracht in de Daalsetunnel.

Een en ander werkt volgens Pieter en Annemieke naar volle tevredenheid. De laatste anderhalf jaar is het niet zo druk geweest vanwege corona, maar er was nog voldoende vertier in de kelder.

Nu was er vooral aan- en afvoer van bouwmaterialen. De rustige periode werd benut voor een aantal verbouwingen. Gehoopt wordt dat vanaf september de situatie weer min of meer normaal gaat worden.

< naar nieuws-overzicht