Tussen Voorstraat en Lange Jansstraat ligt het ietwat rustigere Jansveld. Op nummer 17 is Theatercafé De Bastaard te vinden. De Bastaard bestaat dit jaar 40 jaar. Het is een bekend café voor theatermakers, acteurs en schrijvers in Utrecht. Maar waarom komen ze nou juist naar dit café?
Onder de vrolijk gekleurde lampjes, die tussen de bomen van het terras hangen, is het geluid van gelach te horen. Het is een redelijk drukke zondagavond, dat komt waarschijnlijk door het warme weer. De ene bezoeker zit te studeren op het terras met een grote kop thee, terwijl de ander zich met een biertje in een fanatiek potje schaken bevindt.
Dat juist dit pand een kroeg is, is niet zo heel gek. In de 17e eeuw hoorde het pand al bij herberg De Ouden Edelen Baas, later werd dit herberg De Haan. Daarna is het pand op het Jansveld ook nog een restaurant geweest. Sinds 1984 zit De Bastaard, zoals we het nu kennen, op deze plek.
‘Ik ben gaan studeren in Utrecht en ben hier in een bijbaantje achter de bar terechtgekomen. De toenmalige eigenaar wilde van het café af en toen heb ik het overgenomen,’ vertelt Arnold Meulenbeld, de eigenaar van het café.
Theatercafé
‘Het theater komt uit de jaren tachtig. In die tijd had je in Utrecht eigenlijk niet echt theaters. Je had de Blauwe Zaal als onderdeel van de Stadsschouwburg, dat was echt een maatje te groot voor beginnende theatermakers. Daarnaast had je Theater Kikker,dat zich in die tijd op Amsterdam richtte. Beginnende theatermakers uit Utrecht hadden toen eigenlijk geen plek. Op een gegeven moment hebben zij zelf De Bastaard benaderd om een keer hier een optreden te doen. Dat is eigenlijk het begin geweest van een relatief lange periode waarin er hier toneelvoorstellingen waren.’
De toneelvoorstellingen werden gehouden achterin het café, na de smallere ingang wordt de ruimte achterin een stuk breder. Nu staat er op deze plek een pooltafel en tafeltjes, dit kan er allemaal uitgehaald worden. ‘Dan kunnen we een podiumpje bouwen en heb je eigenlijk een klein theater.’ De ruimte is dan groot genoeg voor rond de 60 toeschouwers per show. Vaak gaven de theatermakers dan meerdere shows per week of draaiden de shows voor langere tijd. Op die manier konden ze meerdere bezoekers bereiken.
Nu herbergt het café bijna geen theaterproducties meer. ‘Tegenwoordig komt het eigenlijk niet meer voor, althans heel weinig. Dat is omdat er nu meer theaters zijn, eigenlijk is De Bastaard als theater niet meer van belang. Veel beginnende theatermakers kunnen nu bijvoorbeeld bij Theater Kikker terecht. Dat is gewoon een professioneler theater.’
Wel wordt U-Slam nog in De Bastaard gehouden. Dat zijn de voorrondes van het NK Poetry Slam. ‘Het publiek kan tijdens de voorrondes met een roos stemmen op de gedichten en dan is er uiteindelijk een winnaar.’ De jaarfinale van U-Slam (ILFU) van 2024 vond plaats op 5 juni. Fabio Lemoine, artiestennaam Monnik, werd de winnaar. Hij gaat door naar de halve finale en kan een plek bemachtigen op de finale van het NK Poetry Slam in TivoliVredenburg.
Arnold vertelt dat De Bastaard al langer een link heeft met literair Utrecht en dat daarom juist in Theatercafé De Bastaard de voorrondes van U-Slam worden gehouden. ‘We hadden in het begin de theaterperiode, toen is er een overlap geweest dat hier ongelooflijk veel schrijvers kwamen.’
Literair café
‘Er werd wel eens de grap gemaakt dat aan de ene kant van de bar de schrijvers zaten en aan de andere kant van de bar de theatermakers.’ Arnold kan zelf ook niet helemaal uitleggen waarom de schrijvers nou juist zoveel in De Bastaard kwamen. ‘Dit was gewoon een plek waar ze zich thuis voelden.’ In die tijd kwam schrijver Ronald Giphart ook geregeld in het café, hij heeft zelfs nog een theatervoorstelling in de Bastaard gehouden. Deze voorstelling genaamd Frühstück No Future ging over een succesvolle diplomaat, Lotte, die voor haar eigen dood koos.
‘Ronald Giphart stond echt wel een beetje aan het begin van zijn carrière toen hij hier kwam, dus die was wel enigszins bekend maar niet heel erg bekend. Ingmar Heytze was ook gewoon een vaste gast die gedichten schreef.’ Arnold vertelt dat de schrijvers elkaar opzochten. ‘Jack Nouws kwam hier al jaren als vaste gast, daarom kwam Tommy Wieringa hier ook. Tommy vroeg dan altijd als hij binnenkwam “Is Jack er ook?”.’
Arnold legt uit dat veel gasten die hier komen bezig zijn met schrijven in een dagboek of soms een eerste roman. ‘Je kan alleen nu nog niet zeggen wie er bijvoorbeeld over 5 jaar schrijvers worden. Je kan natuurlijk altijd in retrospectief zeggen dat het een literair café is. Alleen op het moment dat het gebeurt, weet je dat niet.’