Bewoners van de Binnenstad zijn opvallend minder tevreden dan andere Utrechters over de fiets- en voetpaden in de eigen buurt. In het centrum is rond de 55 procent van de geënquêteerde inwoners content, in andere wijken is dat tussen de 70 en 80 procent.
Dat blijkt uit de Monitor Mobiliteitsplan 2021. Daarin staan de laatste cijfers over verkeer en de uitkomsten van bewonerspeilingen. Binnenstadbewoners zijn ook fors minder tevreden over parkeren in de eigen buurt: slechts 28 procent vindt dit voldoende tegenover 51 procent als gemiddelde in de hele stad.
Ook het aandeel centrumbewoners dat blij is over de bereikbaarheid van de eigen wijk met de auto is opvallend laag. In de Binnenstad is dat 34 procent, tegenover Overvecht bijvoorbeeld waar dit op 80+ procent zit.
Het centrum heeft wel het laagste aandeel autobezitters. Zes op de tien Binnenstadshuishoudens heeft geen auto. Ter vergelijking: in Vleuten/De Meern is dat één op de tien; daar hebben vier op de tien huishoudens zelfs twee auto’s.
Mobiliteitsplan
Utrecht wil een mobiliteitsplan dat vooruitkijkt tot 2040. Kern daarvan is dat de lucht schoner moet worden en de straten rustiger en veiliger. Dat wil de stad bereiken door minder plek te geven aan rijdende en stilstaande auto’s ‘in de schaarse ruimte’.
Door corona zijn mensen anders gaan denken over (woonwerk)verkeer; ze willen minder vaak de file in en willen juist vaker de fiets pakken. Daar wil de gemeente op inspelen. Zij mikt daarom op meer schone vervoersmiddelen die zo min mogelijk ruimte innemen. Lees: de fiets, deelauto’s (nu al ruim 5200 in de stad) en openbaar vervoer.